De geschiedenis van een autofabriek begint op de Ridderschapstraat. Oude huizen worden omgebouwd en later vernieuwd!
Links de in 1912 door Immink gefabriceerde 'Chaumont'
A.G. Immink heeft sinds 1896 een rijwielzaak en fietsenfabriek op Wittevrouwenstraat 5. In 1903 koopt hij zijn eerste automobiel. De 6pk Mors neemt hij over van de familie Testas tot Oudwulven. Immink ziet wel brood in de reparatie en handel in automobielen.
De smederij in het pand Wittevrouwenstraat 5 zorgt voor buurtoverlast. De Militair Rechtbank is buurman op de hoek met de Drift en verdraagt geen gehamer bij haar zittingen. De rechtbank tekent met succes bezwaar aan. Immink verhuist naar Ridderschapstraat 1-3
Eigenaar van Ridderschapstraat 1-3 is NV Levensverzekeringsmaatschappij Utrecht. Voordat Immink er zijn fietsenfabriek, garage en metaalklopperij vestigt, heeft Asch van Wijck & Co. er een kantoor voor zijn 'Commissionairs in effecten’. De bovenwoning is verhuurd aan P. Grienuis, medewerker van “De Utrecht”.
Garage A.G. Immink in 1906 (HUA41454) |
Het pand is in 1904 nog vrijwel origineel uit 1709. Met een verbouwing mag Immink de benedenverdieping aanpassen voor een fietsfabriek en onderdelenwerkplaats. In de voorgevel komt een ruime pui met dubbele deuren en in de zijgevel een entree voor de werkplaats van onderdelen: de metaalklopperij. Die situatie voldoet al gauw niet meer.
In 1907 heeft Immink nieuwbouwplannen. De eigenaar van het pand gaat daarin mee. Het oude koetshuis Ridderschapstraat 3 wordt vervangen door een smederij met werkplaats. Met de smederij op straatniveau komen op de 1e verdieping en zolder vertrekken voor het emailleren en vernikkelen van onderdelen.
In 1911 verdwijnt het hoekpand Ridderschapstraat 1 onder de slopershamer. Het monument met klokgevel uit het rijtje van zeven mag worden vervangen door nieuwbouw. De nieuwbouw sluit aan op het in 1907 gebouwde Ridderschapstraat 3.
Ridderschapstraat 1, tijdschrift 'Auto' 1912 |
Raam in de voorgevel |
Het monteren van de motor en andere afmontage vindt voorin de zaak plaats. De vloeren worden maximaal gebruikt voor de fabricage en het werkplaats deel.
De showroom is niet voor automobielen. In de etalage zijn eigen gemaakte onderdelen uitgestald. Het zijn te verkopen onderdelen voor fietsen en automobielen. Het hoekpand krijgt opnieuw een bovenwoning.
De in 1870 in Utrecht geboren Immink blijft tot 1918 fabrikant op dit adres. Daarnaast is hij directeur van de Utrechtsche Auto-personen en -goederendienst. Extra stallingsruimte is daarvoor nodig. Ridderschapstraat 4, het oude koetshuis aan de overzijde van de straat, wordt gehuurd voor een eigen ziekenwagen.
De showroom is niet voor automobielen. In de etalage zijn eigen gemaakte onderdelen uitgestald. Het zijn te verkopen onderdelen voor fietsen en automobielen. Het hoekpand krijgt opnieuw een bovenwoning.
Vervaardigen van auto-koetswerken type Chaumont |
Het is door de Eerste Wereldoorlog allemaal afgelopen in 1918. Ook met zijn Favoriet fietsenfabriek op dit adres stopt het. Immink exploiteert nog een busmaatschappij. Na de Eerste Wereldoorlog wordt hij directeur van een nieuwe onderdelenfabriek in Zeist, "Orno". Enkele jaren later verhuist Immink naar Twente en begint in Hengelo de N.V. Metaalindustrie "Imco", fabrikant van fietsonderdelen, o.a. trommelremmen. Meer over Immink staat op de site van Conam.
Nico de Bordes neemt de garage op dit adres over. Hij breidt in 1920 uit met het pand Wittevrouwenstraat 26 en gebruikt ook Ridderschapstraat 4. De Bordes houdt de naam “Garage voorheen Anton G. Immink”. Auto's worden er niet meer gemaakt, alleen gerepareerd, verhuurd en verkocht.
In 1922 adverteert De Bordes als de NV Utrechtse Auto Garage en ze presenteert met trots de nieuwe 6 cilinder Fiat type 519.
In 1924 verkoopt Bordes vrachtwagens van maar liefst 1 ton! Een andere activiteit wordt belangrijker: huur en verhuur van auto's. Dat blijft tot in de jaren 1960 een goede markt.
.
.