Een stukje tropisch Suriname, staat in hartje Utrecht! Sinds 1977 zit restaurant POMO in het historische pand Wittevrouwenstraat 22.
Gelukkig heeft de familie Pomo in 1975, na de onafhankelijkheid van Suriname, gekozen voor een nieuw bestaan in Utrecht. In het pand in de Wittevrouwenstraat mocht een restaurant gevestigd worden. In 1977 is Robby Pomo er begonnen. Het koken leerde hij van zijn vader in Paramaribo.
De ‘Surinaamse keuken’ van POMO is een fusion van creoolse, Javaanse, Hindoestaanse en Chinese invloeden. De gerechten zijn o.a. Javaanse Bami of Nasi Rames, Surinaams-Chinese moksi-meti of Creoolse Pom. Het restaurant is helemaal in trek bij mensen die de tijd nemen voor een relaxte avond in Surinaamse sfeer en bijvoorbeeld van een goede nasi goreng houden.
De kennismaking met de keuken van POMO levert veel vaste klanten op, ook voor het afhalen of levering via Deliveroo. Het restaurant wordt nu gedreven door Astrid Pomo met dochter Cherrelle en team. Het is van dinsdag tot en met zondag geopend.
Het pand op de Wittevrouwenstraat stamt uit circa 1780 en was toen een groot hoekpand. De geschiedenis is terug te vinden tot in de 16e eeuw. Het is gecompliceerd, want niet alleen de panden van POMO en het hoekpand horen al eeuwen bij elkaar, er waren ook twee achterhuizen. Tot ongeveer 1773 zijn er vier panden en/of werkplaatsen te vinden.
De locatie aan de Wittevrouwenstraat is historisch voor slotenmakers en smeden. Al in 1691 is Jochem Storm op deze locatie gevestigd, hij is slotenmaker. Jochem Storm doet de smederij over aan zijn zoon Gijsbert en die verkoopt het in 1732 aan smid Jacobus Claassen. Na het overlijden van zijn weduwe, tevens zakelijk directeur van de smederij, worden de opstallen in 1766 verkocht aan overbuurman Rutger Birkhoff. In 1773 breidt hij zijn bezit uit met de beide achterpanden. In één van de panden is zijn smederij en smidswinkel gevestigd.
Een zekere J.T. Toelaar heeft smid Birkhoff een zeer forse lening verstrekt. Naar alle waarschijnlijkheid kan Birkhoff de lening niet afbetalen en hij doet in 1776 het woonhuis met smidswinkel en gereedschap over aan deze Toelaar. Resterend is dan nog een lening van bijna f 4.000! Birkhoff blijft smid, hij huurt zijn oude pand aan de overzijde van de Wittevrouwenstraat terug. Daar moet hij overigens vertrekken als dit deel van de straat opgekocht wordt door de Koning van Nederland en wordt gesloopt voor de bouw van het paleis van Napoleon.
En zo is Jacobus Toelaar eigenaar van de panden op de hoek Wittevrouwenstraat-Ridderschapstraat geworden. Ze worden verhuurd. Het is waarschijnlijk ook Toelaar die besluit tot een verbouwing van de panden en er één groot woonhuis van maakt. Tot 1882 zal het één pand blijven, het bestaat uit een de begane grond met daarop de kapconstructie. Toelaar heeft twee zonen. Hermanus -de oudste- neemt de handel in ijzer in pakhuis ‘De Wildeman’ aan de Oudegracht over. Voor de jongste zoon Rudolf koopt hij in 1790 het recht om loten van de Generaliteitsloterij te verkopen (de toenmalige staatsloterij). Rudolf Toelaar is overigens notaris te Amersfoort, de loterij wordt een bijverdienste.
In 1833 wordt bewoner/eigenaar mr. Albertus Gerardus Smith, president van de rechtbank. Hij woont er met zijn vrouw, dochter, twee kleindochters en vier dienstmeiden. In 1850 verlaat de familie dit adres. De nieuwe bewoner/eigenaar generaal majoor J.W. Grunebosch verhoogt het pand naar twee verdiepingen met een kap, het plaatje boven geeft daarvan een indruk. Grunebosch is lid van het Hoog Militair gerechtshof, dat is niet ver van het woonadres aan de overzijde van de straat gevestigd.
Tabakshandelaar Hesfel en fabrikant Bonnes delen in 1882 het woonhuis op in twee verschillende panden met beneden- en bovenwoningen en verkopen ze na enige jaren. Tussen 1890 en 1910 zijn de benedenwoningen omgebouwd tot winkelpand.
Voor de oorlog zat in Wittevrouwenstraat 22 een wasserij. Tot 1977 is er het sigarenmagazijn ‘Beatrix’ gevestigd. Restaurant POMO is in deze buurt gekomen na een lange horecavrije periode. Alleen op de kop van het Lucas Bolwerk hebben de cafés eeuwen lang stand gehouden.
Het kwartier kende van oudsher veel horeca, zoals de Spruyt van Orange en in het pand van buurman de Sleutelkoning heeft tapperij “Wijck bij Duurstede” gezeten. Om de hoek in de Ridderschapstraat waren ook cafés te vinden, zoals de tapperij van Van den Hoet waar nu drukkerij Pascal zit, het Munchener bierhuis op nummer 3, en op de hoek Ridderschapstraat 26/Molenstraat 19 kon in de winkel van mw De Winter-Kagenaar ook een borrel worden gedronken. Een koffiehuis met biljard zat op het adres Wittevrouwenstraat 30, totdat de familie Huinck-Staffhorst er een slijterij van maakte. Twee kleine buurtcafés zaten er in de Molenstraat. Maar dat is allemaal meer dan een eeuw geleden.
.
Gelukkig heeft de familie Pomo in 1975, na de onafhankelijkheid van Suriname, gekozen voor een nieuw bestaan in Utrecht. In het pand in de Wittevrouwenstraat mocht een restaurant gevestigd worden. In 1977 is Robby Pomo er begonnen. Het koken leerde hij van zijn vader in Paramaribo.
De ‘Surinaamse keuken’ van POMO is een fusion van creoolse, Javaanse, Hindoestaanse en Chinese invloeden. De gerechten zijn o.a. Javaanse Bami of Nasi Rames, Surinaams-Chinese moksi-meti of Creoolse Pom. Het restaurant is helemaal in trek bij mensen die de tijd nemen voor een relaxte avond in Surinaamse sfeer en bijvoorbeeld van een goede nasi goreng houden.
De kennismaking met de keuken van POMO levert veel vaste klanten op, ook voor het afhalen of levering via Deliveroo. Het restaurant wordt nu gedreven door Astrid Pomo met dochter Cherrelle en team. Het is van dinsdag tot en met zondag geopend.
Het pand op de Wittevrouwenstraat stamt uit circa 1780 en was toen een groot hoekpand. De geschiedenis is terug te vinden tot in de 16e eeuw. Het is gecompliceerd, want niet alleen de panden van POMO en het hoekpand horen al eeuwen bij elkaar, er waren ook twee achterhuizen. Tot ongeveer 1773 zijn er vier panden en/of werkplaatsen te vinden.
Wittevrouwenstraat 22 en 24, het pand links restaurant Pomo |
Een zekere J.T. Toelaar heeft smid Birkhoff een zeer forse lening verstrekt. Naar alle waarschijnlijkheid kan Birkhoff de lening niet afbetalen en hij doet in 1776 het woonhuis met smidswinkel en gereedschap over aan deze Toelaar. Resterend is dan nog een lening van bijna f 4.000! Birkhoff blijft smid, hij huurt zijn oude pand aan de overzijde van de Wittevrouwenstraat terug. Daar moet hij overigens vertrekken als dit deel van de straat opgekocht wordt door de Koning van Nederland en wordt gesloopt voor de bouw van het paleis van Napoleon.
Reconstructie van Wittevrouwenstraat 22-24 na de verbouwing in 1850 |
In 1833 wordt bewoner/eigenaar mr. Albertus Gerardus Smith, president van de rechtbank. Hij woont er met zijn vrouw, dochter, twee kleindochters en vier dienstmeiden. In 1850 verlaat de familie dit adres. De nieuwe bewoner/eigenaar generaal majoor J.W. Grunebosch verhoogt het pand naar twee verdiepingen met een kap, het plaatje boven geeft daarvan een indruk. Grunebosch is lid van het Hoog Militair gerechtshof, dat is niet ver van het woonadres aan de overzijde van de straat gevestigd.
Tabakshandelaar Hesfel en fabrikant Bonnes delen in 1882 het woonhuis op in twee verschillende panden met beneden- en bovenwoningen en verkopen ze na enige jaren. Tussen 1890 en 1910 zijn de benedenwoningen omgebouwd tot winkelpand.
Wittevrouwenstraat 22-24 in 1974 (HUA 74201) |
Het kwartier kende van oudsher veel horeca, zoals de Spruyt van Orange en in het pand van buurman de Sleutelkoning heeft tapperij “Wijck bij Duurstede” gezeten. Om de hoek in de Ridderschapstraat waren ook cafés te vinden, zoals de tapperij van Van den Hoet waar nu drukkerij Pascal zit, het Munchener bierhuis op nummer 3, en op de hoek Ridderschapstraat 26/Molenstraat 19 kon in de winkel van mw De Winter-Kagenaar ook een borrel worden gedronken. Een koffiehuis met biljard zat op het adres Wittevrouwenstraat 30, totdat de familie Huinck-Staffhorst er een slijterij van maakte. Twee kleine buurtcafés zaten er in de Molenstraat. Maar dat is allemaal meer dan een eeuw geleden.
.