Muren en muurtorens: Hond, Wolf en Vos

De stadsverdediging kreeg  door Karel V steviger muren en torens. Vier torens in deze buurt: Plompetoren, Vos, Wolf, en Hond.
 
 
Tekening van de naamsteen van toren Wolf
 
 
Tekening Cornelis van Hardenbergh ca 1830 (HUA36662)
Op de voorgrond staat toren Vos, direct daarachter toren Wolf en links ligt bolwerk Wolvenburg als een eiland los van de stadsmuur. In de buurt staan vier toren, twee torens zijn rond, Vos en Hond, de Plompetoren en Wolf zijn vierkant. De Wittevrouwenpoort sluit als een van de vier toegangspoorten de stad in de nacht af.

Al voor de bouw van de torens zijn er stadsmuren en een viertal stadspoorten. De stadsmuur is voorzien van kleinere verdedigingstorens. De torens dienen als opslagplaats en het platform voor de opstelling van kanonnen. De Plompetoren behoort tot de vroegste verdedigingswerken en fungeerde als uitzichtspunt. 
 
De muren worden onder het bewind van Karel V verstevigd met een aarden wal tegen de zwaarder wordende kogels uit het geschut. Zo rond 1540 worden ook grotere en steviger muurtorens gebouwd, waaronder de torens Hond, Wolf en Vos. Op een viertal locaties komen naast verdedigingsbolwerk Vredenburg bastions te staan. De Plompetoren verliest een stuk van zijn hoogte, het uitzichtpunt is te veel een mikpunt voor eventuele vijandige kogels. 
Kaart van Jacob van Deventer uit ca 1565 met verdedigingswerken
In de tijd van Willem van Oranje legt Utrecht extra aarden bolwerken aan, waaronder Wolvenburg. Ze gaan bijna 300 jaar dienst doen in de verdediging van de stad. In al die tijd is de stad eigenlijk nooit belaagd door vijandelijke troepen. De gehele 80-jarige oorlog blijft Utrecht gespaard van belegeringen of veroveringen en ook daarna. Het meest bedreigend was misschien wel de inval van de Fransen in 1672 in ons land. De Hollanders lieten Utrecht in de steek. Utrecht werd weerloos en onverdedigbaar.
De stadsbestuurders overhandigen de sleutels van de Stad aan de Fransen om verwoesting van de stad te voorkomen.

In 1829 krijgt Utrecht met de Nieuwe Hollandse Waterlinie een nieuwe verdedigingslinie. Daarna valt het besluit om de verdedigingswerken van de stad te slopen, na eeuwen de trots van de stad te zijn geweest. Juist die stadsverdedigingswerken werden altijd goed op de kaart gezet, het gaf tenslotte een veilig gevoel. Al moet in alle eerlijkheid wel bekend worden dat de stadsmuren en torens er toen slecht aan toe waren.
 
Vanaf 1812 wordt na invoering van het kadaster de hele stad ingemeten. In 1832 verschijnt daarvan de eerste complete kaart. Op die kadastrale kaart zijn de torens Wolf en Vos nog terug te vinden. Toren Wolf staat lang bekend als de kruittoren en staat naast de entree van het bolwerk Wolvenburg. Toren Hond is verdwenen voor de in 1829 geopende Willemskazerne.
Kadastrale kaart uit 1832 van HinGIS
Wolvenburg was slechts met een brug bereikbaar en haar punt stak nog ver de singel in. De (rode) bebouwing op het bolwerk bestaat uit de in 1832 in liquidatie verkerende lakmoesfabriek. De oude toren Vos staat nog op zijn plek, het rode rondje boven aan de Wolvenstraat  aan de singel.

Toren Wolf wordt in veel oude documenten aangeduid als de kruittoren, maar is in de 18e eeuw al bewoond. In de steen boven de deur staat gebeiteld: “Wanneer de sluwe wolf het onschuldig lam niet spaart, zal hij ook u, o vijand niet sparen. Verwijder u dus van deze muur”. Het is een rechthoekige toren en ze is samen met het bolwerk Wolvenburg in erfpacht gegeven aan de lakmoesfabrikant. De toren is de grote en luxe woning van de eigenaar/directeur. Het groene gedeelte op Wolvenburg is de tuin van de lakmoes fabrikant. Van der Hoop heeft een tuin aangelegd van grote vermaardheid: met zijn neus voor bijzondere planten en groene vingers staan er  veel exoten. De collectie is in binnen- en buitenland bekend. De groene strook onder de wal naar de voormalige toren de Hond is ook bij hem in gebruik.

Wolvenburg en de Willemskazerne in 1830
De nieuwbouw van de Willemskazerne in 1826 werd aangegrepen om het grondgebied te vergroten ten koste van de singel. De voormalige wal is waarschijnlijk de singel in geschoven en zo is de Wittevrouwenbarrière ontstaan, de huidige Wittevrouwenkade. De kade wordt gebruikt als appèlplaats en exercitieterrein voor de vele dienstplichtige militairen. Toren Hond is gesloopt voor deze aanleg. De contouren van de voormalige toren zijn nu in het plaveisel van de Wittevrouwenkade opgenomen. Het nu doodlopende Wolvenplein liep daarvoor door tot aan de 'Spruyt van Orange', het was de 'gemene' weg achter de wal.

Van toren Wolf is de gevelsteen met de spreuk in het latijn bewaard gebleven in Het Centraal Museum.

Tekening van de steen door Van der Monde in 1840 (HUA135271)
Op zich natuurlijk vreemd, dat de spreuk alleen bedoeld lijkt te zijn voor Latijn lezende ‘vijanden’.

.