Grondlegger Ingenegeren van 'De Utrecht' en ASR Verzekeringen

Ingenegeren is uitdrager en koopt huisraad van familie van overledenen. Die ervaring leidt tot het bedrijf "Let op uw einde". De familie wordt grondlegger van "De Utrecht".
Gesloopte pand van de 'Utrecht'

In de negentiende eeuw komt het regelmatig voor dat families de inboedel moeten verkopen om de begrafeniskosten te kunnen betalen. Dat doen ze liever dan de vernedering ondergaan van een Staatsbegrafenis. Het zijn echter geen prettige situaties, als uitdrager moet je onderhandelen met een rouwende en financieel wanhopige familie. W.P. Ingenegeren komt deze praktijk als uitdrager veel tegen.
De familie Ingenegeren is al enkele generaties lang actief als uitdrager, inkoper en verkoper van tweedehands goederen.
 
In 1843 gaat Ingenegeren met zijn gezin wonen in het huis Ridderschapstraat 12.
Ridderschapstraat 10-12-14 staan sinds 1665 op een rij
Ingenegeren komt in 1846 in contact met bode D. Stolwerk. Stolwerk is bode bij het tot dat moment grootste en oudste begrafenisfonds van Nederland – Tot Nut van het Algemeen. In 1847 nemen ze een groot besluit, zij starten een eigen begrafenisfonds. Met de inleg van kleine bedragen per week verkopen ze een verzekering voor het betalen van de begrafenis. De naam wordt “Let op uw Einde”. De Verzekeringsmaatschappij is klein maar groeit snel, het groeit zelfs uit tot het grootste begrafenisfonds in Nederland met meer dan 150.000 leden.

Verzekeren levert dan ook al geld op, laat onderstaande advertentie in de courant van de beleggende burger NRC ons beloven:
“Let op uw einde” advertentie in
de Nieuwe Rotterdamsche courant in 1854





Het werkhuis Ridderschapstraat 12 blijft kantoor aan huis tot 1863. Het fonds “Let op uw einde” breiden ze uit met een ziekenfonds ‘Hulp bij ziekte’: na inleg van een wekelijks bedrag verkrijgt de verzekerde bij ziekte een uitkering per week en een vergoeding van medische kosten. (Dit ziekenfonds heeft rond 1900 agent C.J. Hendrikse in dienst voor onze buurt, hij woont op Ridderschapstraat 15.) Nog weer later volgt de schade verzekering bij brand: “Zekerheid geeft rust”. De fondsen groeien hard, met verkooppunten in diverse steden in het land.
Willem Pieter Ingenegeren op oudere leeftijd

Zoon Willem Pieter Ingenegeren is geboren in 1853 in het huis aan de Ridderschapstraat. Op 18 jarige leeftijd stelt zijn vader hem aan als directeur van het begrafenisfonds 'Let op Uw Einde', een jaar na het overlijden van opa Willem Pieter. De zoon heeft in Antwerpen de handelsschool doorlopen. Met inbreng van de bestaande fondsen richten Willem Pieter en zijn consorten in 1883 de moderne Levensverzekering Maatschappij “De Utrecht” op.

"De Utrecht" is een familiebedrijf, gedomineerd door de families Bol, Ingenegeren, Negenman en Verloop. De familie Bol woont op Wittevrouwenstraat 30. Zowel op kracht van het eigen merk als door overnames lukt het "De Utrecht" een vooraanstaande positie te verwerven. Om de familiebelangen veilig te stellen en overnames te vergemakkelijken, richten zij in 1920 de Algemeene Maatschappij tot Exploitatie van Verzekeringsmaatschappijen op (A.M.E.V.). Vijf generaties lang nemen deze families zitting in directies en raad van commissarissen. Pas in de jaren 1960 plaatst de A.M.E.V.  aandelen buiten de families. AMEV opereert nu onder de naam ASR.

Ridderschapstraat 1, tekening
uit drukwerk van de “Utrecht” HUA74205
"De Utrecht” heeft sporen nagelaten in het Ridderschapkwartier. Ridderschapstraat 1 / hoek Wittevrouwenstraat (Garage Ton) is in 1885 als belegging gekocht door de Verzekeringsmaatschappij “De Utrecht”. 10 jaar later koopt "De Utrecht" het Munchener Bierhuis Ridderschapstraat 3. In de panden vestigt zich fietsfabriek en automobiel assemblagebedrijf Immink. "De Utrecht" financiert nieuwbouw op deze plek, in 1907 de vernieuwing van Ridderschapstraat 3 en in 1911 het hoekpand. Pas in 1975 verkoopt AMEV de panden aan toenmalig garagehouder Ton. Nu is het een winkel van dochter Ton geworden.

Ridderschapstraat 12 is in 1937 verbouwd tot magazijn van Roos en van der Kolk. Het werd in die tijd nog niet erkend als monumentaal pand. Het originele trappenhuis werd er uitgesloopt, net als de split-level keuken en verdieping aan de achterzijde. Op de zolderverdieping kwam een hijsbalk met openslaande deuren. Makkelijk voor de opslagfunctie van dit gebouw. Beneden werd de gevel uitgebroken voor een grotere toegangsdeur, handig voor de bestelvrachtwagen. Het pand is sindsdien redelijk ongewijzigd gebleven.


.