Van Diendersteeg naar Wolvenstraat en Wolvenplein


In de Vossen- of Diendersteeg was lange tijd een politiepost in de Plompetoren en zijgebouwen gevestigd. De dienders woonden ernaast.


 
De Plompetoren is kort na 1830 gesloopt. De Dienderswoningen naast de Plompetoren was al eerder gesloopt. De villa van de familie Wttewaal van Stoetwegen staat sinds 1932 aan de singel. Iets verder in de steeg staat de villa van de familie Hoogeveen, ook aan de singel. Er tussenin staan de restanten van toren Vos, het is een tuinhuisje geworden. 
 
Aan de andere zijde van de steeg staat een koetshuis en een oranjerie met een grote tuin. En nu rijst natuurlijk de vraag: wat doet een oranjerie in dit deel van het kwartier? Met wat naspeuren blijkt de tuin lang in bezit te zijn geweest van apotheker Klinkenberg met zijn zaak op Wittevrouwenstraat 12. Een orangerie maakt de tuin compleet, daar kunnen de mooi bloeiende planten uit zuidelijke landen overwinteren, zoals de oranjeboompjes. De familie verkoopt de tuin in 1843 aan Jonkheer M.A.A. Baelaarts van Blokland.

De ruimte tuin aan het Dienders Steegje
Baron J. Taats van Amerongen erft de grote tuin van zijn oom Baelaarts van Blokland. In 1864 wordt de straatnaam gewijzigd in Wolvenstraat en Wolvenplein: het woord steeg is niet chic genoeg meer. Een nieuwbouwplan doet vermoeden dat de villawijk uitgebreid wordt. Niets is minder waar, de tuin wordt bestemd voor arbeiderswoningen. 

Van de tuin is een strook grond verkocht aan aan timmerman Herman van Dijk. Hij gaat in 1864-1865 voor eigen rekening 9 kleine woningen bouwen, naast een al bestaand huisje. Hij verkrijgt toestemming om een koetshuis met schuren te slopen. De plattegrond uit 1864 is bewaard gebleven. Na de bouw van de 9 woningen wordt het bestaande huis gesloopt en vernieuwd. Zo ontstaat een rij van 10 woningen met het meest links Wolvenstraat 7, de plek van het vervangen huis.
Bouwtekening 1864
De huizen blijven tot 1938 in bezit van de familie Van Dijk. Zij worden verhuurd, in deze tijden van woningnood aan meer families tegelijk. In 1921 bedraagt de huur f 2,75 per woning per week. De familie Van Dijk wil de woningen in dat jaar verkopen, maar het bod op de veiling is te laag. In 1938 worden ze wel verkocht, de nieuwe eigenaar is de “Derde Maatschappij tot verbetering der woningen voor arbeiders van minvermogenden”. Zij blijft tot 1956 verhuurder waarna de panden weer in particuliere handen overgaan.

De woningen zijn symbool voor een bouwperiode waarin een woning met eigen grond als bevorderlijk voor gezondheid en ordelijkheid wordt gezien. Enkele woningen voldoen echter niet aan de behoefte aan eigen buitenruimte. Ook het alkoof in het midden met de beddenstee zal niet bevorderlijk zijn geweest voor een goed slaapmilieu, maar dat ontdekken we pas later. 
 
In de 19e eeuw worden de meeste huizen per verdieping verhuurd, veelal wonen er twee gezinnen. De stad Utrecht kent door de hoge woningnood en de geringe eisen aan te realiseren huizen veel van dit type woning. Pas later in de 19e eeuw stelt de stad eisen: op de schaarse bouwgrond moeten hogere woningen, beneden- en bovenwoningen gebouwd worden. Dat is bijvoorbeeld bij de bouw van woningen in de Ridderschapstraat in 1883 de eis. We gaan terug naar de Wolvenstraat.

Wolvenstraat 7 - 21 in 1975 (HUA74257)
De Wolvenstraat loopt vrijwel naadloos over in het Wolvenplein. Het laatste huisje in de rij van 10 huizen had lange tijd het nummer Wolvenplein 1. Aan het Wolvenplein stonden aansluitend nog meer van deze kleine huizen.  Een tuinmanshuis horende bij de oranjerie was het oudste huisje. Wolvenplein 3-8 zijn circa 1836 gebouwd voor rekening van apotheker Klinkenberg.

De huizen Wolvenplein zijn in 1907 met het achterliggende terrein en het pand Plompetorengracht 25 verkocht aan 'De Vereeniging tot Oprichting en Instandhouding van Gereformeerde Scholen'. De Vereniging sloopt de vier huizen Wolvenplein 2-5 voor nieuwbouw van een lagere school op christelijke basis, ingang Plompetorengracht 25. Zie voor meer informatie over deze school de link.

De Vereniging verhuurt eerst nog Wolvenplein 6, 7 en 8 aan de nieuw opgerichte Vakschool voor Typografie. Die school vormt de basis voor het grafisch Lyceum aan de Vondellaan en de basis voor het grafisch onderwijs in Nederland! In 1907 start de avondschool met 12 leerling typografen en drukkers.
Een dependance komt aan de Asch van Wijckkade als het derde leerjaar begint. Leerlingen dienen 13 jaar of ouder te zijn. Het onderwijs omvat het zetten, drukken, tekenen, de behandeling van machinerieën en alles wat verder op het vak betrekking heeft. 
 
Koningin Wilhelmina vereert de school met een bezoek in 1916. De school wordt echter te klein als er al meer dan 100 leerlingen zijn ingeschreven.
Vakschool voor Typografie Wolvenplein 6-7-8 in 1907-1919 (HUA38086)
Andries Dirk Copier (1901-1991), een  bekende glas ontwerper, krijgt als dertienjarige leeftijd zijn eerste baantje op de etsafdeling van Glasfabriek ‘Leerdam’. Hij is assistent van zijn vader. De directeur van de fabriek ontdekt het tekentalent van de jonge Copier en stuurt hem voor de avondopleiding naar de Vakschool voor Typografie in Utrecht. De jongen gaat voor de opleiding drie avonden per week van Leerdam naar Utrecht. Copier gaat daarna de vormen van veel bekend en beroemd glaswerk uit de fabriek van Leerdam bepalen.

De in 1864 gebouwde woningen aan de Wolvenstraat zijn allen gemeentelijk monument. Voor wie meer wil weten van de vroegere oranjerie op deze locatie, zie het stukje over het Wolvenhof. In de villa op stand werd gewoond door een lokale beroemdheid, lees daarvoor familie Hol.

.