
In 1918 wordt in de Wittevrouwenstraat een moderne wasserij en ververij geopend met de naam Maison Lachmann en Heitmann.
Drie jaar later neemt Friedrich Emil Rüegsegger de zaak over. Hij is geboren in Biel in Zwitserland en opgeleid tot steenhouwer. Zijn zoon Johan Rudolf leert het vak van verver. Samen beginnen ze met het wassen en verven van allerlei goed. Het pand Wittevrouwenstraat 22 wordt gekocht in 1922. In 1937 is de pui van het winkelpand gewijzigd naar wat nog steeds de huidige pui is.
![]() |
Wittevrouwenstraat 22 en 24 in 1974 (HUA74201) |
![]() |
Tekening van de winkelpui voor en na de verbouwing |
De familie Rüegsegger pakt de zaken grootschalig aan. In 1922 is ook Wolvenstraat 18-32 aangekocht. Dat voormalige fabriekspand komt op naam van Rüegsegger en zijn tweede echtgenote M.C. Dijkhoff. Het pand in de Wittevrouwenstraat wordt de winkel voor het brengen en ophalen van de was, in de Wolvenstraat komt een moderne wasserij.
Kenmerkend van het moderne is de toepassing van een aangedreven draaiwerk en de toepassing van chloorhoudende oplosmiddelen om de was kraakhelder te maken.
Na het overlijden in 1927 van vader en zoon Rüegsegger wordt de wasserij nog jarenlang voortgezet door de twee weduwes Dijkhoff, Maria Catharina en schoondochter Helena Maria. Alhoewel acht jaar ouder dan haar overleden man, is het Helena Maria die er in 1927 alleen voorstaat met de winkel en de wasserij. Zij heeft ook de verbouwing van de winkelpui uitgevoerd die er nog net zo uitziet als de huidige pui van voormalig restaurant POMO. Eind jaren 1930 stopt zij met de zaak.
Veel chemische wasserijen werkten met chloorhoudende oplosmiddelen. Vroeger werden niet de goede voorzorgsmaatregelen genomen, waardoor op veel van deze locaties de omgeving of de bodem verontreiniging is. Bij chemische wasserijen bestaat de verontreiniging uit organische chloorkoolwaterstoffen. Deze oplosmiddelen zijn biologisch afbreekbaar door in de natuur voorkomende bacteriën, alleen duurt dat verrekte lang. Het pand aan de Wolvenstraat is altijd voorzien geweest van een vloer van beton, er is hopelijk weinig in de bodem terecht gekomen. Met de singel achter het pand is het overigens niet moeilijk te raden waar het afvalwater naartoe ging.
![]() |
Geleende foto van het interieur van de wasserij Van der Kleij & zoon te De Meern |
Veel chemische wasserijen werkten met chloorhoudende oplosmiddelen. Vroeger werden niet de goede voorzorgsmaatregelen genomen, waardoor op veel van deze locaties de omgeving of de bodem verontreiniging is. Bij chemische wasserijen bestaat de verontreiniging uit organische chloorkoolwaterstoffen. Deze oplosmiddelen zijn biologisch afbreekbaar door in de natuur voorkomende bacteriën, alleen duurt dat verrekte lang. Het pand aan de Wolvenstraat is altijd voorzien geweest van een vloer van beton, er is hopelijk weinig in de bodem terecht gekomen. Met de singel achter het pand is het overigens niet moeilijk te raden waar het afvalwater naartoe ging.
Het uitbesteden van de was is voor veel huishoudens een enorme verlichting van het takenpakket geweest en ma, het werk van wasvrouwen over. Pas in de jaren 1960 komen er (half-) automatische wasmachines.
In de jaren dertig had Rüegsegger directe concurrentie van chemische wasserij Veltman op Wittevrouwenstraat 28.
.
.