Villa Plompetorenbrug

De Plompetoren, stadsmuren en aanpalende huizen zijn gesloopt in 1835. Tien jaar later koopt fabrikant Hoogeveen de strook grond tussen de Plompetorenbrug en bolwerk Wolvenburg.


Cornelis Hoogeveen is fabrikant in houtazijn en loodwit. Hij woont direct aan het begin van de Asch van Wijckkade bij de voormalige Weerdpoort. Dat woonhuis met pakhuis en stallen is deel van het familiebedrijf, de loodwitfabriek Cornelis Hoogeveen en Compagnie. Hoogeveen heeft
het pand daar na afbraak van de stadsmuren in 1834 laten bouwen. De loodwitfabriek heeft de naam van zijn naamgenoot en overleden oom. 
 
In 1845 koopt Hoogeveen van de stad de gehele strook grond van de Plompetorenbrug tot bolwerk Wolvenburg inclusief de oude stadstoren Vos. De stadsmuren en Plompetoren zijn gesloopt, toren Vos is blijven staan. Bij de Plompetorenbrug realiseert hij een nieuwer woonhuis voor zijn gezin. Het wordt een villa op afstand van het bedrijf buiten de Bemuurde Weerd (het huidige Lauwerecht) en zijn oude huis met pakhuis.
Villa Plompetorenbrug in 1900 vanaf de singel
Slechts acht jaar later in 1853 komt villa Plompetorenbrug in handen van mr. G.C. Wttewaal, heer van Stoetwegen en zijn vrouw A.C. Wttewaal-van Dam van Isselt. Zij mogen zich jonkheer en jonkvrouw noemen. Hoogeveen heeft alweer een nieuw pand gebouwd, verderop aan de Wolvenstraat
 
Wttewaal is in 1780 in Utrecht geboren en zijn vader was één van de notabelen van de stad. Na zijn werkzame leven als agent van de Algemene Rijkskassier (de schatkist) in Zwolle is het echtpaar teruggekeerd. In 1863 komt jonkheer Wttewaal van Stoetwegen te overlijden, zijn vrouw al vier jaar daarvoor.

In 1864 erft de oudste zoon het huis. Jonker Ferdinand Wttewaal van Stoetwegen is luitenant kolonel van de veldartillerie te Amersfoort. Hij is dan getrouwd met zijn derde vrouw, de veel jongere Jacqueline Caroline Johanna Godin de Pesters. Zij erft het huis in 1868, ze is met 29 jaar nog jong en moeder van een dochter. Het huis is verhuurd aan o.a. mr. J.K. de Wil, oud Indisch ambtenaar. Vier jaar later wordt de villa verkocht.
Plompetorengracht met de villa van douairière Baronesse Van Reede van ter Aa
Nieuwe eigenaar, of beter gezegd eigenaresse is in 1872 de 35-jarige jonkvrouw Agatha Henriëtte Charlotte Maria Gillot. Zij is nog maar net weduwe ofwel
douairière geworden van J.P.C. Baron van Reede tot ter Aa. Zij woont tot dat moment in Loenen. Ze verhuist met haar huishouding, de 17 en 12 jarige dochters en de dienstmaagden naar villa Plompetorenbrug. Van Reede tot ter Aa-Gillot overlijdt in 1905 in Scheveningen. De villa wordt verkocht.

Timmerman Egbertus van Schaick koopt het pand met de zeer ruime tuin inclusief toren Vos in 1906. Toren Vos was tot die tijd nog in gebruik als schuurtje voor de tuinman. Van Schaik verkoopt het pand door aan vakgenoot Jan Jurriaan Lambeek. Lambeek is architect en aannemer en projectontwikkelaar.
Bouwtekening voorgevel pand Plompetorenbrug

De tuin in de Wolvenstraat wordt in drie percelen verkocht. De locatie Plompetorenbrug gaat Lambeek zelf bebouwen. Deze zichtlocatie is zeer geschikt voor luxere woningen. De oude villa is versleten en wordt gesloopt. Lambeek bouwt een rijtje van drie grote woningen, geschikt als woon- en werkhuis. Apotheker Van Spanje heeft er lang gewoond.
 
Nu staat op de brug het oude kantoorgebouw van verzekeringsbedrijf Moira. De drie woningen zijn na veel verbouwingen de basis van het verzekeringskantoor geweest.
 

.