Aaneengesloten stonden de kameren tot de voormalige wal. Zeven huizen worden in 1884 vervangen door een koetshuis. Het staat er nog steeds.
Tot 1880 heeft de noordzijde van de straat negen kleine huizen, allen van dezelfde eigenaar. Er wonen grote gezinnen van handwerkslieden, zoals een stucadoor, een timmerman, wagenmaker of kleermaker, maar ook een oppasser. Vaak werken de kinderen ook.
In 1884 zijn op twee na alle woningen ontruimd! De eigenaar van de woningen heeft andere plannen met de grond.
Een tekening met plattegrond van een koetsierswoning, stal en koetshuis is ingediend voor een bouwvergunning. Er is plek voor paarden in vijf boxen. Op het erf is voorzien in een eigen put voor het drinkwater en een mestbak.
De vergunning wordt afgegeven, maar niet volgens plan uitgevoerd. Een zevende huis wordt gesloopt. De voorgevel het koetshuis wordt breder.
Het gebouw wordt nu helemaal symmetrisch uitgevoerd met
aan de linker en rechterzijde een paardenstal met elk vijf boxen. In het
midden staan de koetsen gestald.
In 1884 komt in de koetsierswoning te wonen koetsier Tilleman met zijn vrouw en 7 kinderen. De kinderen zijn al wat ouder. Een zoon is onderwijzer en twee dochters zijn modiste (naaisters van dameskleding).
Het koetshuis wordt in gebruik genomen voor privégebruik. De familie Ragay woont op in Plompetorengracht 19 en heeft voor haar huishouden de paarden nodig. Tot die tijd had ze twee koetshuizen in gebruik. Een koetshuis uitkomend op het Wolvenplein en een koetshuis voor aan de Molenstraat worden na 1884 gesloopt. Een nieuw woonpand met boven- en benedenwoningen wordt in in 1899 in opdracht van de familie op de hoek Molenstraat-Wolvenstraat gebouwd.
Het koetshuis blijft tot 1907 als koetshuis en stallen in gebruik bij de familie. Modern vervoer maakt het wonen buiten het centrum mogelijk. Dat moderner vervoer is in eerste instantie de paardentram en de fiets. Een automobiel volgt niet lang daarna. Het koetshuis wordt verhuurd aan verhuisbedrijf Van der Leun.
.
Tot 1880 heeft de noordzijde van de straat negen kleine huizen, allen van dezelfde eigenaar. Er wonen grote gezinnen van handwerkslieden, zoals een stucadoor, een timmerman, wagenmaker of kleermaker, maar ook een oppasser. Vaak werken de kinderen ook.
In 1884 zijn op twee na alle woningen ontruimd! De eigenaar van de woningen heeft andere plannen met de grond.
Tekening plattegrond koetshuis, stallen en koetsierswoning (links) |
De vergunning wordt afgegeven, maar niet volgens plan uitgevoerd. Een zevende huis wordt gesloopt. De voorgevel het koetshuis wordt breder.
Tekening voorgevel van koetshuis met stallen |
Het koetshuis op een foto uit 1920 |
Molenstraat 6: de koetsierswoning |
Het koetshuis wordt in gebruik genomen voor privégebruik. De familie Ragay woont op in Plompetorengracht 19 en heeft voor haar huishouden de paarden nodig. Tot die tijd had ze twee koetshuizen in gebruik. Een koetshuis uitkomend op het Wolvenplein en een koetshuis voor aan de Molenstraat worden na 1884 gesloopt. Een nieuw woonpand met boven- en benedenwoningen wordt in in 1899 in opdracht van de familie op de hoek Molenstraat-Wolvenstraat gebouwd.
Het koetshuis blijft tot 1907 als koetshuis en stallen in gebruik bij de familie. Modern vervoer maakt het wonen buiten het centrum mogelijk. Dat moderner vervoer is in eerste instantie de paardentram en de fiets. Een automobiel volgt niet lang daarna. Het koetshuis wordt verhuurd aan verhuisbedrijf Van der Leun.
.