In de Molenstraat staat een particulier koetshuis met stallen leeg. De eigenaar besluit in 1907 tot verhuur aan een sleper.
De familie Van Sorgen heeft het koetshuis met stallen na het overlijden van moeder Van Sorgen-Römer niet meer nodig. De familie woonde op Plompetorengracht 19. Belangstelling voor het bedrijfspand is er van de sleper Van der Leun. Adriaan van der Leun huurt van de familie het koetshuis met stallen en daarbij het woonhuis met te vestigen kantoor op Wolvenplein 9. De koetsier van de familie, M. Willemse, komt bij de Van der Leun in dienst en een vigilant (flinke knaap).
Molenstraat, het koetshuis van 1884 tot 1921 |
Onderhoud aan de paarden op de Wittevrouwenkade |
Hij adverteert in het vervolg met vrachtwagens met een laadvermogen van maar liefst 5.000 kg. Voor de vrachtwagens zijn de stallen niet nodig, wel meer stalling en grotere toegangsdeuren.
Molenstraat, het koetshuis na 1921 |
Een klus buiten Utrecht van verhuisbedrijf Van der Leun, circa 1930 |
De familie Oostveen heeft tot 2008 een viswinkel aan de Nobelstraat. P.J. Oostveen geeft het bedrijf in de Molenstraat de naam Visconserven- en limonadefabriek “Holland”. Het gebouw wordt echter bekend als haring-inleggerij. Op het terrein verrijst een hoge schoorsteen om de oven van de rook en rookgeuren te ontdoen en daar blijft ze tot in de jaren 1960 roken.
In 1968 is het pand aan de Molenstraat gekocht door mw. Verwoolde-van Dam van het bedrijf NV “Verwoolde Dranken”, hoofdvestiging Wolvenstraat. Van 1971 tot 1974 gebruikt de drankenhandel het pand. Verwoolde Dranken wordt enkele jaren later gekocht door Heineken en de vestiging Wolvenstraat-Molenstraat sluit.
In 1974 voegt de Gemeente Utrecht het pand toe aan haar uitgebreide bezit aan onroerend goed in de stad. De gemeente voert een actief stadsvernieuwingsbeleid en tevens huisvestingsbeleid met haar eigen Woningbedrijf. De aankoop is voor de langere termijn. De stadsvernieuwing kan pas uitgevoerd worden als de financiering van de overheid beschikbaar komt. Ondertussen mogen de autohandelaren Gebroeders Van Beek de ruimte gebruiken voor hun handel in auto's. Van Beek heeft een luxe occasioncentrum in Garage UTAM in de Ridderschapstraat.
In 1968 is het pand aan de Molenstraat gekocht door mw. Verwoolde-van Dam van het bedrijf NV “Verwoolde Dranken”, hoofdvestiging Wolvenstraat. Van 1971 tot 1974 gebruikt de drankenhandel het pand. Verwoolde Dranken wordt enkele jaren later gekocht door Heineken en de vestiging Wolvenstraat-Molenstraat sluit.
Molenstraat 8 met de vrachtwagen deuren in 1975 (HUA 64296) |
Het monumentale koetshuis in de Molenstraat komt pas in 1988 aan de beurt voor de stadsvernieuwing. In dat jaar vindt de ombouw plaats naar de huidige woningen. De voorgevel moest blijven staan. De architect heeft maximaal gebruik gemaakt van de ruimte achter de gevel: door een verlaging passen twee
woonlagen achter de monumentale deuropeningen en in de kap een zolderverdieping. Achter de gevel is alles nieuw. De vroegere bedrijfsfunctie is herkenbaar gebleven.
Het is en blijft een pand met historie, het koetshuis met stallen van de familie Römer. Het Gemeentelijk Woningbedrijf is in 1992 verzelfstandigt en later opgegaan in Mitros.
Dat de hoek Molenstraat-Wolvenplein krap blijft voor vrachtwagens wordt op 12 juni 2015 bewezen: één van de kolommen van de voorgevel wordt ontzet door een achteruit manoeuvrerende vrachtwagen. De chauffeur bekijkt de schade, maar besluit te vertrekken. De kolom is kort daarna om verdere schade te voorkomen met stutten ontlast en in dat jaar nog volledig vernieuwd. De monumentale bakstenen uit 1884 hebben het niet overleefd.
.
Molenstraat 8-20, gevel van het voormalig koetshuis met stallen |
Dat de hoek Molenstraat-Wolvenplein krap blijft voor vrachtwagens wordt op 12 juni 2015 bewezen: één van de kolommen van de voorgevel wordt ontzet door een achteruit manoeuvrerende vrachtwagen. De chauffeur bekijkt de schade, maar besluit te vertrekken. De kolom is kort daarna om verdere schade te voorkomen met stutten ontlast en in dat jaar nog volledig vernieuwd. De monumentale bakstenen uit 1884 hebben het niet overleefd.
(De foto's van de paarden en verhuiswagens zijn van A. Visser, kleinzoon van A. van der Leun)
.