Restaurant Pomo zat 42 jaar op de Wittevrouwenstraat

Een stukje tropisch Suriname, staat in hartje Utrecht! Van 1983 tot mei 2025 zat restaurant POMO op Wittevrouwenstraat 22. Het staat te huur.
Gelukkig koos de familie Pomo in 1975, na de onafhankelijkheid van Suriname, voor een nieuw bestaan in Utrecht. In het pand in de Wittevrouwenstraat begon 
Robby Pomo op dit adres een restaurant, 1983 was het. Het koken leerde hij van zijn vader in Paramaribo. De familie Pomo heeft het restaurant geëxploiteerd tot mei 2025. Het pand staat nu te huur al moet de eigenaar eigenlijk eerst het achterstallig onderhoud wegwerken en het pand verduurzamen.

De ‘Surinaamse keuken’ van POMO was een fusion van creoolse, Javaanse, Hindoestaanse en Chinese invloeden. De gerechten waren o.a. Javaanse Bami of Nasi Rames, Surinaams-Chinese moksi-meti of Creoolse Pom. Het restaurant was helemaal in trek bij mensen die de tijd namen voor een relaxte avond in Surinaamse sfeer en bijvoorbeeld van een goede vegetarische nasi houden.
De kennismaking met de keuken van POMO leverde veel vaste klanten op, ook voor het afhalen of levering via Thuisbezorgd. Het restaurant werd gedreven door Astrid Pomo met dochter Cherrelle en team.

Het pand op de Wittevrouwenstraat stamt uit circa 1780 en was toen een groot hoekpand. De geschiedenis gaat ver terug en is gecompliceerd. Niet alleen de panden van POMO en het hoekpand horen al eeuwen bij elkaar, met twee achterhuizen tot ongeveer 1773 waren er op de locatie vier panden en/of werkplaatsen te vinden.

Wittevrouwenstraat 22 en 24, het pand links restaurant Pomo
De locatie aan de Wittevrouwenstraat is historisch voor slotenmakers en smeden. Al in 1691 heeft slotenmaker Jochem Storm er zijn bedrijf aan huis. Jochem Storm doet de smederij over aan zijn zoon Gijsbert en die verkoopt het in 1732 aan smid Jacobus Claassen. Na het overlijden van zijn weduwe, tevens zakelijk directeur van de smederij, worden de opstallen in 1766 verkocht aan overbuurman Rutger Birkhoff. In 1773 breidt hij zijn bezit uit met de beide achterpanden. In één van de panden is zijn smederij en smidswinkel gevestigd.
 
Een zekere J.T. Toelaar heeft smid Birkhoff een zeer forse lening verstrekt. Naar alle waarschijnlijkheid kan Birkhoff de lening niet afbetalen en hij doet in 1776 het woonhuis met smidswinkel en gereedschap over aan deze Toelaar. Resterend is dan nog een lening van bijna f 4.000! Birkhoff blijft smid, hij huurt zijn oude pand aan de overzijde van de Wittevrouwenstraat terug. Daar moet hij overigens vertrekken als dit deel van de straat opgekocht wordt voor de Koning van Nederland, Lodewijk Napoleon, en wordt gesloopt voor de bouw van een paleis.

Reconstructie van Wittevrouwenstraat 22-24 na de verbouwing in 1850
En zo is Jacobus Toelaar eigenaar van de panden op de hoek Wittevrouwenstraat-Ridderschapstraat geworden. Hij verhuurd de panden. Het is waarschijnlijk ook Toelaar die besluit tot een verbouwing en op de locatie één groot woonhuis plaatst. Tot 1882 blijft het één pand, het bestaat uit één laag met daarop de kapconstructie. 

Toelaar heeft twee zonen. Hermanus -de oudste- neemt de handel in ijzer in pakhuis ‘De Wildeman’ aan de Oudegracht over. Voor de jongste zoon Rudolf koopt hij in 1790 het recht om loten van de Generaliteitsloterij te verkopen (de toenmalige staatsloterij). Rudolf Toelaar is overigens notaris te Amersfoort, de loterij wordt een bijverdienste.

In 1833 wordt bewoner/eigenaar mr. Albertus Gerardus Smith, president van de rechtbank. Hij woont er met zijn vrouw, dochter, twee kleindochters en vier dienstmeiden. In 1850 verlaat de familie dit adres. De nieuwe bewoner/eigenaar generaal majoor J.W. Grunebosch verhoogt het pand naar twee verdiepingen met een kap, het plaatje boven geeft daarvan een indruk. Grunebosch is lid van het Hoog Militair gerechtshof, dat is niet ver van het woonadres aan de overzijde van de straat gevestigd.

Tabakshandelaar Hesfel en fabrikant Bonnes delen in 1882 het woonhuis op in twee verschillende panden met beneden- en bovenwoningen en verkopen ze na enige jaren. Tussen 1890 en 1910 zijn de benedenwoningen omgebouwd tot winkelpand.

Wittevrouwenstraat 22-24 in 1974 (HUA 74201)
Voor de oorlog zat in Wittevrouwenstraat 22 een wasserij. Tot 1977 is er het sigarenmagazijn ‘Beatrix’ gevestigd. Restaurant POMO is in deze buurt gekomen na een lange horecavrije periode. Alleen op de kop van het Lucas Bolwerk hebben de cafés eeuwen lang stand gehouden.

Het kwartier kende van oudsher veel horeca, zoals de Spruyt van Orange en in het pand van buurman de Sleutelkoning heeft tapperij “Wijck bij Duurstede” gezeten. Om de hoek in de Ridderschapstraat waren ook cafés te vinden, zoals de tapperij van Van den Hoet waar nu drukkerij Pascal zit, het Munchener bierhuis op nummer 3, en op de hoek Ridderschapstraat 26/Molenstraat 19 kon in de winkel van mw De Winter-Kagenaar ook een borrel worden gedronken. Een koffiehuis met biljard zat op het adres Wittevrouwenstraat 30, totdat de familie Huinck-Staffhorst er een slijterij van maakte. Twee kleine buurtcafés zaten er in de Molenstraat. Maar dat is allemaal meer dan een eeuw geleden.


.