De Graven van Athlone, de laatste in Utrecht

Het abdijgebouw Wittevrouwen ziet er in 1768 door de tijd aangetast en vervallen uit. Het pand met bijbehoren wordt gekocht door de vijfde graaf van Athlone.


Een voorvader van de vijfde graaf, Frederik C.R. van Reede van Amerongen, heeft zij aan zij met stadhouder Willem III gestreden, ook toen hij Koning van Engeland werd. Geheel Ierland behoorde door die strijd tot het Groot-Brittannië. Van Reede van Amerongen is voor zijn inspanningen beloond met de titels eerste graaf van Athlone en baron van Agrim. Noord-Ierland heeft er een bevolking met twee geloven overgehouden. De katholieke Ieren nemen het de ‘Orangisten’ nog steeds kwalijk.

De familie Van Reede van Amerongen had een woonpand in de Wittevrouwenstraat van Utrecht, naast haar kasteel in Amerongen. Een woonadres in Utrecht is belangrijk voor directe toegang tot bestuurlijke posities. Maar zij moesten het pand in Utrecht door geldtekort verkopen na het rampjaar 1672. De familie ging voor verblijf in de stad huren en daar kwam pas in de 18e eeuw een einde aan. Dat kwam door een erfenis. 
 
Familielid Graaf van Reede van Drakensteyn had in 1663 het voormalige abdijhuis van het Wittevrouwenklooster aangekocht. Vele jaren later komt via vererving een deel daarvan in eigendom van de familie Van Reede van Amerongen.
Rechts van de Wittevrouwenpoort staat achter de walmuur het Huis van Athlone - Atlas Coenen van 's Gravesloot tekening 1740-170 door H. Spilman (HUA38491)
Het andere deel van het Abdijhuis is lang in het bezit van de familie Eijck van Eyckenstein. Bij het overlijden van mr. Hendrik M. Eijck wordt dit huis verkocht. In 1768 komt het volledige pand in handen van de familie Van Reede inclusief de stalgebouwen aan de gemene weg langs de stadsmuur. Een jaar later wordt het bezit nog eens uitgebreid. Een oud kloostergebouw aan het uiteinde van de Kloostersteeg aan de Wittevrouwenstraat is jarenlang opslagplaats van een wijnhandelaar geweest. Het wordt ook gekocht door de vijfde Graaf van Reede van Athlone. Het huis van Athlone in de Ridderschapstraat wordt het stadse domein van de familie, naast het landgoed met kasteel te Amerongen en vele andere bezittingen elders.

Naast woonadres is het huis ook werkadres en het kan dienen als onderpand.
Onderpand? In die tijd wordt een functie niet betrokken maar aangenomen. Vervolgens kun je op eigen naam personeel aanstellen of opdrachten geven aan onderbazen om de functie te vervullen. Voor openbare functies, ambtelijk en militair, wordt in de 18e eeuw daarvoor een borgstelling verlangt. De borg is om zeker te stellen dat de aangestelde aan de verplichtingen van zijn functie gaat voldoen. De borg kan ook een andere persoon zijn met een onderpand. 
 
F.C.R. Baron van Reede van Amerongen
Zo wordt het pand aan de Ridderschapstraat borg voor een functie. Met borgstelling is geld te verdienen. Eigenaar Van Reede van Amerongen van Athlone staat in 1785 borg voor Coenraad Jacob Neuman. Coenraad heeft in dat jaar de aanstelling als collecteur
aangenomen. Om precies te zijn, collecteur van het dienstboden- en het paardengeld en van koffie en theegeld in de compagnie “De Oranjestam”. De heffing van accijns op de boter en de waag mag hij ook innen. De borg voor deze functie is f 2.000. Van Amerongen verleent deze borg met dit huis als onderpand. En doet dat niet voor niets. Coenraad zal een deel van zijn inkomsten moeten afstaan aan Athlone.

Er is ook een kroeg in Utrecht met de naam 'Graaf van Athlone', ongetwijfeld voor de ‘Orangisten’. Orangisten betuigen
hun steun aan de stadhouder prins Willem V en de zijnen. Die steun heeft de prins niet van iedereen. Het zijn roerige tijden, er is veel verzet tegen het landelijk bestuur. Het wordt als een misstand gezien dat de borgstelling voor het aannemen van functies alleen via de rijken of machthebbers mogelijk is. Die borgstelling wordt vooral voor 'vriendjes' gedaan, zo gaat het gezegde rond. Het verzet bundelt zich onder de naam van patriotten.
 
De vijfde graaf van Athlone maakt zich als hoofdofficier van Utrecht niet geliefd bij die patriotten. Athlone heeft diverse aangeklaagd. Daarbij worden ook minder wettelijke middelen gebruikt. 
Prinses Wilhelmina van Pruisen wordt in 1787 tegengehouden bij de Goejanverwellesluis
In jaar 1787 bereikt de strijd tussen orangisten en patriotten een climax. Een oproerig blaadje in De Bilt, waarin wordt verhaald over gemolesteerde burgers in die plaats, stelt de hoge heren verantwoordelijk. De woorden tegen de grote boosdoener, 'die Attelone in Ameronge, die zo bang is dat hy nu altyd een trop soldaten om hen heeft' houden het nog onschuldig. De patriotten protesteren steeds heftiger tegen stadhouder prins Willem V en de zijnen. 
 
De patriotten ontmoeten bij één van die protesten de strijdlustige vrouw van Willem V, prinses Wilhelmina van Pruisen. De prinses is op 28 juni 1787 onderweg naar Den Haag, ondanks het gevaar voor patriottische acties. En dat gevaar vindt plaats, de patriotten houden haar tegen en zetten haar vast bij de Goejanverwellesluis. Het blijkt een uitgelokte actie. Nu kan Wilhelmina haar broer om hulp vragen. Koning Frederik Willem II van Pruisen valt met 20.000 soldaten Nederland binnen en herstelt de Prins in al zijn waardigheden. Veel patriotten vluchten naar Frankrijk, uit angst voor wraak en in afwachting van een ommekeer.

De ommekeer komt in 1795. Zo rond dat jaar verwerven de patriotten de macht, ofwel komen de “burgers op het kussen” zoals R.E. de Bruin het in zijn boek heeft genoemd. De graaf van Athlone en de andere mannen in de familie verhuizen ijlings naar hun tweede thuisland waar ze ook een paspoort hebben: Engeland. De rest van de familie volgt en komt niet meer terug naar de Ridderschapstraat.
In de stad gelegerde Franse troepen nemen het 'kloostergebouw' in bezit. In 1809 wordt die status als overheidsgebouw officieel, de stad koopt het gebouw en terrein.

A.E. van Tuyll van Serooskerken
De vrouw van de vijfde graaf van Athlone, Anna Elisabeth van Tuyll van Seroosken, doet na 1812 diverse pogingen om voor de periode 1795-1809 achterstallige huur uitbetaald te krijgen. Het geslacht Van Reede sterft uit in 1897 met de laatste vrouwe van Amerongen, Elisabeth Maria van Reede. Over de geschiedenis van de familie is meer te vinden in het prachtige kasteel te Amerongen.


.