Kleine huizen en de woningnood in de negentiende eeuw

Wonen en werken horen bij elkaar. Op de hoek Plompetorengracht en Wolvenstraat geldt dat voor vijf panden. 
 
Wolvenstraat 1, 3 en 5

De vijf panden staan op een terrein dat doorloopt tot de walmuur van de stad. Als eigenaar staat vermeld
Goris Vulder en zijn vrouw Liesbeth. Het terrein blijkt een bedrijventerrein, er staan een vulmolen met paarden en een blauwhuis voor het verven van wollen stoffen. In de loop van de zeventiende eeuw worden die bedrijfsactiviteiten verkocht. 
Plompetorengracht hoek Wolvenstraat,
foto
uit 1963 van G.J. Dukker (Beeldbank RCE)
Gijs en Petra van Lockhorst zijn in 1752 de eigenaren van het geheel, zowel de twee panden Plompetorengracht 29 en 31 als de drie cameren aan de Wolvenstraat 1, 3 en 5. Pand 29 wordt grondig verbouwd door timmerman Gijs van Everdingen. De familie van Lockhorst blijft nog lang eigenaar van het buurpand.

De kleine huizen Wolvenstraat 1, 3 en 5 bestaan van oorsprong uit één bouwlaag en een kap. De kap loopt evenwijdig aan de voorgevel en per huis zijn grote dakkapellen voor de zolderkamer aan de straatzijde. Toegevoegd is een zogenaamde schijnverdieping uit de 19e eeuw voor een extra zoldertje. Wolvenstraat 3 en 5 hebben nog een plaatsje achter het huis, opgesloten als ze er staan in de oksel van Plompetorengracht 29 en 31. De opbouw van de huizen is origineel met de vloeren van moer- en kinderbalken. 
De Wolvenstraat in 1831 na sloop van de stadswal, tekening Pieter van Loon HUA36118
Bovenstaande tekening van de Wolvenstraat geeft alle huizen van de straat in 1831 weer. De stadswal is gesloopt en over de Stadsbuitengracht kijkend tekende Pieter van Loon de totaal zes huizen van de Wolvenstraat. Op de achtergrond is het grote gebouw de in 1829 opgeleverde Willemskazerne. Op de voorgrond staan drie al lang geleden gesloopte huizen, daarachter Wolvenstraat 1, 3 en 5. 

 
Door de groeiende stadsbevolking in de negentiende eeuw veranderd geleidelijk de bewoning. In 1820 worden de kleine huizen in de Wolvenstraat nog bewoond door alleenstaanden met uitzondering van nr 5. Daar woont Johanna Schouten met twee dochters. Al in 1840 woont in elk huis een gezin. Op nr 1 Piet Vermeulen, zijn vrouw Petra en 2 zonen. Piet heeft als vak visgrommer, hij maakt de vis schoon voor de verkoop, hij ontdoet ze van de “grom”. Voor de buren te hopen dat hij niet teveel werk mee naar huis nam. Op nr 3 woont kuiper Gerrit van Manen en zijn vrouw Mijntje en op nr 5 timmerman Johan van Ven met Cornelia en drie dochters.
Wolvenstraat 1-5 in 1975 (HUA74251)
In 1860 is er sprake van een groot woningtekort. Een verdieping is aangebracht voor een beloopbaar zoldertje en dat geeft ruimte. Er wonen in Wolvenstraat 1 maar liefst 10 mensen, nr 3 heeft 8 bewoners en op nr 5 wonen 5 personen. Per huis zijn er meer gezinnen en de boven- en beneden wordt apart gewoond met op de zolder nog een kostganger! Dat is gelukkig voor een relatief korte periode.
Bewoning per huis in 1860:
nr 1 - wed Cornelia Regina Mareussen-Wiggers, zij is werkster met inwonend Johan Christiaan Nieuwenhuis; het gezin van huisschilder Hendriks, Cornelis, Anna, twee werkende zonen, twee dochters en een kleinzoon, met inwonend een elders werkende dienstmeid;
nr 3 - weduwnaar Johannes Saurwalt, hij is metselaar zijn werkende zoon en dochter; met inwonend het gezin van weduwnaar en molenmaker Smaling met twee zonen en twee dochters;
nr 5 - het gezin Van Rijn, Johan en Susan, hij is kleermakersknecht en een inwonende nicht; een jaar later in 1861 komt daarbij te wonen het gezin van Laarman, boekbinder Jan en Elletje met twee dochters en een schoonzoon die bloemist is.
Twintig jaar later in 1880 is de situatie weer helemaal anders, zoals dat tussendoor door korte bewoning van jaar tot jaar anders kan zijn. In de huizen wonen in 1880 weer minder mensen. Heeft de in 1865 gerealiseerde nieuwbouw aan de Diendersteeg nog effect? Van meer effect is mogelijk dat na 1865 pas de bouw van buitenwijken begint, zoals in de wijk Wittevrouwen. De twee huizen Wolvenstraat 1 en 3 worden in 1880 door slechts een enkel gezin bewoond. Maar Wolvenstraat 5 huisvest maar liefst 3 gezinnen. 
 
In 1900 is de nood weer zo hoog dat alle huizen door meer gezinnen bewoond worden. De stad Utrecht is in de negentiende eeuw van maar liefst 30.000 naar 100.000 inwoners gegroeid. Op Wolvenstraat 1 wonen de gezinnen van schilder Vogt en het gezin van knecht Reys met 2 resp. 4 gezinsleden. In het evenzo kleine pand nr 3 heeft de werkman van de Staats Spoorwegen Aart Kerkhoven en zijn vrouw Adriana en dochter meer ruimte. Op nr 5 wordt de woning gedeeld door de huishoudens van timmerman Wormgoor en arbeider Lavoor, elk twee personen.

Bezoek de Wolvenstraat en probeer je voor te stellen om met 10 personen of meer gezinnen in een van deze huizen te wonen, een monumentale prestatie. Of ga terug in de tijd van de vollermolen en het blauwhuis. Geheel eigentijds komt er overigens in een van de huizen prachtige zang met theaterwerk tot stand.


.