Kinderdagverblijf De Melkfabriek

Een koetshuis is in 1998 verbouwd tot een kinderdagverblijf. Het is nu de vestiging van De Melkfabriek.
foto van Ridderschapstraat 4

'De Melkfabriek' onderscheidt zich door haar ontwikkelingsmateriaal, spelen met muziek, kinderyoga en het gebruik van producten met een biologisch keurmerk. In alle opzichten is het een energieke, hippe en ontspannen opvang. Gelegen in de binnenstad is het ook goed bereikbaar voor ouders in de Vogelenbuurt.
Ridderschapstraat 4
Het kinderdagverblijf heeft een prachtige speelplaats en dat alles in een historische omgeving. In de benedenruimte is de opvang ingericht voor 16 kinderen, de 'flesjes', zij hebben ook toegang tot de buitenruimte. De verdieping, onder de grote kap, is ingericht voor de opvang van 12 baby's. Er is alle ruimte voor de 'pakjes' om te leren kruipen.
Het interieur van 'De Melkfabriek'
Het koetshuis behoort al vanaf haar oorsprong bij het pand Plompetorengracht 1-3. Plompetorengracht 3 is in 1657 vernieuwd en het koetshuis wordt opgeleverd in 1664. Opdrachtgevers zijn het echtpaar mr. Henrick Pieck van Wolfsweert heer van Muyswinkel en jonkvrouwe Maria van Winssen. 
 
In 1664 ligt het koetshuis aan de in dat jaar nieuw aangelegde Ridderschapstraat. Het huis had al een koetshuis met een uitgang naar de Wittevrouwenstraat. Dat wordt gesloopt. Het nieuwe pand is koetshuis, stal en tevens toegang tot het erf. Pieck van Wolfsweert is dan al overleden, maar het bezit blijft tot 1691 in de familie. In 1691 is Agnes Krieckx-de Milan eigenaresse van beide huizen Plompetorengracht 1 en 3 geworden. Onder daaropvolgende eigenaren blijft het huis aan de gracht en het koetshuis bij elkaar. 
 
Circa 1905 verandert het gebruik. De privékoets raakt uit de mode. Het onderhoud en bezit van paarden is duur, net als het daarvoor benodigde personeel. Het koetshuis wordt voor het eerst verhuurd. Huurder is de garagehouder op de hoek Ridderschapstraat- Wittevrouwenstraat. Het blijft tot de Tweede Wereldoorlog een garagestalling. 
 
Na WOII in 1945 neemt de firma Wed. en Gebr. Staffhorst het gebruik over. Het koetshuis wordt garage voor de bezorgwagens van de drankenwinkel en de destilleerderij op Wittevrouwenstraat 32-34. Na het vertek van Staffhorst raakt het koetshuis tot 1998 danig in verval. De pannen zijn er afgewaaid en met plaatmateriaal is het dak provisorisch dicht gelegd.
Achterzijde van het koetshuis vanaf het schoolplein
De leerlingen van de muzikaalste basisschool van Utrecht delen nu het erf met  de kinderen van het dagverblijf. Het was een ruime tuin voor de laatste particuliere eigenaar Beeldsnijder van Voshol.

In 1998 heeft het koetshuis uit 1664 de nieuwe bestemming als kinderdagverblijf gekregen. Het pand is daarvoor grondig verbouwd. Architect Paulus van Vliet daarover: “Voor de functie van kinderdagverblijf is eerst het casco gerestaureerd. Bij de ontmanteling kwamen bouwsporen tevoorschijn van diverse aanpassingen uit vroegere tijden. In de voorgevel zijn niet alle koetsdeuren teruggebracht en in de achtergevel zijn zoveel mogelijk van de dichtgemetselde vensters geopend.” 
 
In 1998 opende kinderdagverblijf ‘t Koetshuis, later kinderdagverblijf ‘de blauwe nachtegaal’ en nu 'De Melkfabriek'. Zo is het pand van stalling voor paarden verworden tot verblijfplaats van kinderen.

.