Chiotakis in bont

Locatie van een wagen- en wielenmaker, een zadelmaker met stallen en nog weer later een sigarenfabriek etc.. Tot het een bontzaak wordt.
Links het jas etiket van
bontwerker Chiotakis in 1970

De straat is altijd een invalsweg met activiteiten geweest. Zeker op de hoek naar de Kloostersteeg zijn al eeuwen bedrijven gevestigd. Op de hoek van de steeg is de sigarenfabriek van Wisschoff tot 1929 te vinden. In dat jaar wordt het winkelpand met de achtergebouwen eigendom van de N.V. Eerste Hollandse Hakblokken en Timmerfabriek te Utrecht. Die heeft het pand niet lang in gebruik want eind jaren dertig opent Maison “Ermina” haar zaak op dit adres. 
 
Winkelier Charilaos Jean Chiotakis huurt de winkel voor de verkoop van zijn bont. Na de opening van een eerste bontzaak op Oudegracht 107 wordt Wittevrouwenstraat 38 de tweede winkel in Utrecht.

Het oude pand vanaardappelhandelaar B. Verkou,
foto Joh. A. Moesman 1905 (HUA 74139)
In 1942 trouwt hij met Co de Bruin, ze krijgen 6 kinderen. Het is ook dat jaar waarin een andere grote stap wordt gemaakt: het pand Wittevrouwenstraat wordt door aannemer Johan Dix compleet vernieuwd. Chiotakis is eigenaar van het nieuwe winkelpand met bovenwoningen. 
 
Chiotakis (Beeldbank IISG)
Het winkel gedeelte heeft tot 1965 twee aparte ingangen, voor de bontzaak van Chiotakis en een tweede winkel in lederwaren.
 
Bont betrekt Chiotakis uit Kastoria (Noord-Griekenland) waar zelfs de bontrestjes tot grote stukken bont worden verwerkt. In de wederopbouw jaren wordt de zaak stukje bij beetje uitgebouwd en een kwaliteitsslag gemaakt. 
 
In Nederland maakt hij er bontjassen van en op een hoogstaand niveau, hij brengt het tot hofleverancier. Chiotakis heeft jarenlang een tweede vestiging gehad in de stad: het markante pand op de hoek Choorstraat en Stadhuisbrug.

In 1965 beschadigt een brand de achterbouw. De brand ontstaat op een verhuurde bovenverdieping.
Advertentie UN 1952
Vele bontmantels gaan verloren, waaronder een militaire met bont gevoerde mantel van Prins Bernard en een bontmantel van Beatrix.
In de Kloostersteeg worden in 1966 nieuwe  pelterijen gebouwd met een nieuwe bontkluis - de werk- en bewaarplaats voor het samenstellen, naaien en onderhouden van de bontproducten. 
 
Bont is lange tijd populair in kleding. Tot in de jaren 1980 het openlijk zakendoen in bont moeilijker wordt. Protesten tegen het doden van wilde dieren voor het gebruik van bont nemen toe. De winkel is sindsdien diverse malen beklad.
Wittevrouwenstraat 38 in 1974 (HUA74218)

Charilaos Jean Chiotakis is van Griekse afkomst en in 1915 in Turkije geboren. Zijn vader had daar tabaksplantages, wijngaarden en een kruidenierszaak. Hij werd in 1921 door de Turken vermoord. Vanwege de Turkse overwinning op de Grieken in de stad Smyrna (het huidige Izmir) moesten meer dan een miljoen Grieken in 1922 hun geboortegrond ontvluchten. Zijn moeder vluchtte met haar vijf kinderen naar Griekenland. 
 
Broers en andere familieleden reisden door via Brussel naar Nederland. In 1930 maakte Charilaos de grote stap van Griekenland naar Nederland en kwam net als zijn broer en neef in de bonthandel te werken. Vijf jaar later begon hij voor zichzelf.

Chiotakis in 1982 filiaal Choorstraat
Chiotakis
was een groot kunstliefhebber en verzamelaar. Belangrijke stukken uit zijn verzameling zijn aan verschillende musea in Griekenland geschonken. Zijn levenswerk was de Grieks Orthodoxe kerk Springweg.
 
De winkel Wittevrouwenstraat is gestopt in 1995. Charilaos overleed in 1998 op 83-jarige leeftijd. In het pand zit sinds 1996 een filiaal van De Gouden Schaar. Van het pand Wittevrouwenstraat 38 is in 2007 de kap verhoogd voor de inbouw van appartementen.
 
De winkel en de bedrijfsruimte staan op de hoek met de Kloostersteeg. De doodlopende straat was tot circa 1829 de toegang naar kloostergebouwen. Daarna liep de steeg dood op de gebouwen van krijgslustige lieden, probeer de link.

De Wittevrouwenstraat had een concurrent in bont. Op nr. 5 had A.J. Mattei een bontzaak, later overgenomen door L. Vleeschhouwer.


.