Het internaat is de kunstopleiding voor bekwame, schrandere en verstandige kinderen en opgericht uit de nalatenschap van Maria van Reede van Renswoude - Duyst van Voorhout. Pieter Hendrik is een talent, als 20-jarige mag hij een portret tekenen en vervolgens graveren in koper van de Lector van de Fundatie, Laurens Praalder.
Kopergravure is een tijdrovende methode en bedoeld om afbeeldingen in druk uit te geven. Platen worden ook in latere jaren vaker gebruikt of met zorg gekozen
voor het afdrukken in boeken of door verkoop van losse
afbeeldingen. Het afbeelden van de lector kan als een hele eer voor Jonxis beschouwd worden.
Jonxis krijgt vervolgens de kans om in Parijs zijn opleiding af te ronden, onder leiding van kopergraveur Nicolaas Delaunay. In de jaren 1780 is hij teruggekeerd uit Parijs en hij kan met de Franse taal goed uit de voeten. Dat zal later nog van pas komen. Van Jonxis zijn meer werken bekend gebleven.
In
de 18e eeuw is de Republiek arm begonnen en geleidelijk wordt ze
rijker, de rijkdom is echter zeer slecht verdeeld. Vooral de elite heerst en verdeelt. De adel en patriciërs maken zich onmogelijk met deze doorgeschoten vriendjespolitiek en corruptie. In 1795 komen de patriotten aan de regering in Nederland. Met behulp van de Fransen hebben ze het land ontdaan van Orangisten en de stadhouder.
In de Bataafse Republiek wordt in 1804 een modernere belastingwetgeving van kracht. Tot dan is het een lappendeken van regeltjes die per provincie, stad en dorp verschillend zijn en dat belemmert de handel. Eén landelijk systeem wordt ingevoerd, met heffing naar inkomen van de bewoner. Het is de basis van ons huidige systeem. Voor nieuwe wetten zijn nieuwe uitvoerders nodig. Nu weer terug naar Jonxis.
Pierre Henri Jonxis wordt ontvanger der belastingen in Utrecht. De mogelijkheid om een goede bron van inkomsten op te bouwen zal hem hebben aangestaan. Hij houdt overzicht in de Wittevrouwenpoort, collega's bezetten de functies in de andere poorten van de stad.
 |
| Laurens Praalder in 1778 door Pieter Hendrik Jonxis |
 |
| Pieter Hendrik Jonxis en De Wit, gravureafdruk verwoeste begraafplaats Capellen, uit 1788 naar een tekening van J.A. Kaldenbach |
In de Bataafse Republiek wordt in 1804 een modernere belastingwetgeving van kracht. Tot dan is het een lappendeken van regeltjes die per provincie, stad en dorp verschillend zijn en dat belemmert de handel. Eén landelijk systeem wordt ingevoerd, met heffing naar inkomen van de bewoner. Het is de basis van ons huidige systeem. Voor nieuwe wetten zijn nieuwe uitvoerders nodig. Nu weer terug naar Jonxis.
 |
| Drukwerk van Pieter Hendrik Jonxis Ouders en spelende kinderen |
Bovenstaande werk werd al voor 1796 opgedragen aan Baron Frederik Christiaan van Reede van Amerongen. De Zevende Graaf van Athlone is in het genoemde jaar naar Engeland gevlucht. Van Reede van Amerongen woonde tot die tijd (bij verblijf in de stad) in de Ridderschapstraat en was verbeten Orangist. Toeval of niet, Jonxis gaat in 1819 ook in de Ridderschapstraat wonen en koopt nrs. 10 en 12. Het tweede huis is voor zijn zoon en schoonfamilie.
Zonen van Jonxis worden minstens zo goed in het kunstvak. Jan Lodewijk is in 1789 geboren en gaat door in de kunst met succesvolle tentoonstellingen. Voor de vastere inkomstenbron heeft hij een aanstelling als directeur en tekenonderwijzer aan de Utrechtse Stadstekenschool. Hij is getrouwd met de in Italië geboren Anna Rollot. Uit de periode 1830-1850 zijn werken van hem in de collectie van het Rijksmuseum en het Centraal Museum te vinden.
 |
| Jan Lodewijk Jonxis, olieverf schilderij 'elegante dame en huisknecht' |
 |
| Pieter Hendrik Lodewijk Jonxis, landschap met bevroren rivier uit 1842 |
De huizen aan de Ridderschapstraat hebben andere bewoners gekregen. Veel later wordt Ridderschapstraat een bedrijfspand. In de jaren zeventig is het volledige pand in gebruik bij orgelbouwer Fama en Raadgever.
.
