De namenlijst op bovenste foto heeft niets van doen met
het voormalige pakhuis. Het zijn ook geen afkortingen voor paarden van
Veldhuizen. Het waren de namen van de tien bewoners Molenstraat
21.
Johan Veldhuizen is stoffeerder en behanger en doet in verhuizingen. Hij woont op Achter de Dom. In 1916 geeft hij opdracht tot de sloop van bebouwing en nieuwbouw in de Molenstraat. Het pand Molenstraat 21 is bescheiden maar het geeft toegang tot een vier verdiepingen nieuw pakhuis in de Ridderschapstraat. De zaak van Veldhuizen overleeft de crisis in de jaren 1930 niet.
De Utrechtse Universiteitsbibliotheek heeft permanent ruimtegebrek. Een deel van de collectie is opgeslagen in de ontvolkte gevangenis Wolvenplein. Daar moet de Universiteit uit als de gevangenis weer voor haar oorspronkelijke doel wordt verbouwd. De tapissière garage van Veldhuizen wordt gehuurd. In het ‘hulplokaal’ Veldhuizen bewaart de Universiteitsbibliotheek zeer veel tijdschriften. Het bibliotheekgebouw Wittevrouwenstraat heeft er geen plek voor. Het zijn zo’n 25 à 30.000 Zweedse dissertaties en alle jaargangen van de Nieuwe Rotterdamse Courant en andere dagbladen. Met de kranten zouden al een groot woonhuis gevuld kunnen worden.
Entree Molenstraat 21 |
In 1943 vordert de Duitse bezetter het pand. Binnen enkele dagen moet het ‘hulplokaal’ van de Universiteit ontruimd worden. Met man en macht verplaatsen zij de enorme opslag naar kelders van het pand Domplein 3. De bezetter gebruikt vervolgens Molenstraat 21 als garage en opslagplaats. In 1945 komt de Universiteitsbibliotheek met haar verzameling terug naar de Molenstraat.
Het 'hulplokaal' wordt in het jaarverslag van 1951 van de Universiteit genoemd: “Op 16 mei 1950 is een invasie van pels- en spekkevers etc. geconstateerd. De Gemeentelijke Ontsmettingsdienst deed deze plaag spoedig tot het verleden behoren”. In de jaren zeventig heeft de bibliotheek de ruimte niet meer nodig. Zowel de huurder als de eigenaar veranderen.
Ridderschapstraat 41 - pakhuis met studenten |
De voormalige opslagruimte wordt glashandel. Huurder Werreker verbouwt de bovenverdiepingen tot 6 kamers voor studenten. In de onderste ruimte heeft hij zijn handel in vensterglas en het plaatsen van glas. Regelmatig staan er glasbokken op de stoep. Het is de indeling die het pand nog steeds heeft, behalve de inmiddels ook tot kamers verbouwde handelsruimte. Het pand is na het vertrek van de glashandel medio jaren 1980 (na faillissement) volledig studentenpand
Van Veldhuizen is niet de eerste opdrachtgever van nieuwbouw op deze locatie. Zo rond 1800 staan twee kleine huizen aan de Ridderschapstraat en een koetshuis met stalling in de Molenstraat. De firma Van Weede en Compagnie, de broers Jacob en Justus van Weede exploiteren de lakmoesfabriek op bolwerk Wolvenburg. Zij bouwen de huizen om tot pakhuis met stal en vernieuwen het koetshuis met stal in de Molenstraat. In 1825 koopt Rijk Brouwer eerst de stal met koetshuis en in 1830 ook het pakhuis. Rijk Brouwer heeft een zadelmakerij in Wittevrouwenstraat 38. Tot 1862 blijven de panden in bezit van deze familie.
.