Twee eeuwen Wittevrouwenstraat

Stoepen, trappen en straattuinen zijn verdwenen. De straat was al voor de wielen, nu komen overal trottoirs voor de voeten. 
Horemheb, J.H. Moesman 1926 (HUA39628)


 
De brug bij de bioscoop heet nog Wittevrouwenbrug. Na 1858 is de naam van de brug vergeven aan de brug die in de plaats kwam van de Wittevrouwenpoort. De Wittevrouwenstraat wordt in 1866 na sloop van de poort nieuw geplaveid met Luikse keien. Pas in 1927 verliest het laatste pand de voortuin. De trottoirs moeten overal komen om de rijweg te verbreden.
 
Aan de invalsweg staat het oude paleis van Napoleon. Er zijn de archieven van Utrecht te vinden en de militaire rechtbank houdt er zitting. Langs de straat staan de woonhuizen van kleine zelfstandigen. Het aantal etalages is beperkt, zaken worden op bestelling gedaan vanuit de woon- en werkkamer.
De Wittevrouwenstraat in 1920-1925, foto P.C. van Rossum (HUA2802)
In 1896 vereerd Hare Majesteit de Koningin Regentes Emma de straat met een bezoek. Althans, ze komt langs op haar rit naar De Bilt. Er is alle tijd om te zwaaien, de maximum snelheid is nog 10 km per uur binnen de singels van de stad. De broer van Napoleon heeft slechts kort in het paleis gewoond. Desondanks heeft de straat vrijwel alle Koninklijke hoogheden in haar historie op bezoek gehad. Al was dat net als Regentes Emma veelal op doortocht. 
 
In januari 1806 bezoekt Zijne Koninklijke Hoogheid Lodewijk Napoleon onverwacht de stad. Het souper wordt bij de Franse generaal Auguste de Marmont op Plompetorengracht 5 genuttigd.
Versieringen in de Wittevrouwenstraat in 1926, 58ste lustrum Utrechtse Hogeschool (HUA5076)
In 1926 trekt zijne doorluchtige hoogheid Horemheb op zijn strijdwagen over het plaveisel. De stad is helemaal in de ban van de Utrechtse lustrumfeesten in Egyptische stijl. Garage N.V. U.T.A.M. heeft bijgedragen aan de middelen om de Wittevrouwenstraat te versieren. Zowel aan het begin als het einde van de straat staan grote erepoorten en langs de straat een dertigtal vanen van 3-4 meter hoogte. De Ridderschapstraat deelt in de vreugde met een poort en aan het begin van de straat enkele vanen.

De straat ligt voor WO II regelmatig op de route voor feestelijke optochten. De ene keer is het gymnastiekvereniging D.O.O. die met banieren door de straat gaat. Een jaar later is er een optocht met damkampioen van de wereld H. Hoogland, hij woont op Biltstraat 60. In 1921 houdt het congres van de Rooms Katholieke Vakorganisatie in “Tivoli” een optocht met de deelnemers van de 28 aangesloten bonden, maar liefst 25.000 deelnemers trekken door de straat! 
 
De arbeidersvakbond komt op het spontane idee om ex-wethouder Van Dijk een serenade te brengen. Arbeidersmuziekvereniging “Voorwaarts” begint op Wittevrouwensingel 14 met haar tocht en trekt over de Wittevrouwenbrug en de Wittevrouwenstraat het centrum van de stad in, voor de woning van de oud wethouder in de Mengelbergstraat (heet nu Wolter Heukelslaan) wordt stil gestaan. En zo is er bijna elke maand wel iets te vieren met een tocht door de straat.

De laatste tuin voor Wittevrouwenstraat 7 in 1929 (HUA41452)
In 1922 wordt de straat volledig ingedeeld voor de verschillende verkeersdeelnemers. Langs de gevels zijn sindsdien bijna overal trottoirs. In januari 1929 vindt dit ook plaats met het laatste voortuintje van Wittevrouwenstraat 7. De eigenaresse heeft na jarenlang verzoek van de gemeente ingestemd met de verkoop. Tot die tijd moeten voetgangers van het trottoir de rijbaan op om deze tuin te passeren. De bewoner van het pand heeft overigens terstond de huur opgezegd en is verhuisd.

In de 19e eeuw zijn vrijwel geen rijwielen geparkeerd op straat, ook tot ver in de 20e eeuw gebeurt dat bij uitzondering. Het bezit is te kostbaar om onbewaakt te laten overnachten. In 1922 komt het nog in de krant, uit de straat is een onbeheerd achtergelaten rijwiel ontvreemd. Verkeersveiligheid is nog niet uitgevonden, er vinden (zeer) veel ongevallen per jaar plaats. Ook op de Wittevrouwenstraat, waaronder veel fietsongevallen. Er zijn aanrijdingen met de tram. Automobielen halen in zonder ruimte te geven aan voetgangers. Een hondje wordt door de tram doodgereden. Dat laatste gebeurt niet meer na februari 1949: de tramdienst is toen gestopt.

In 1930 heeft de straat een ‘geruisloze’ bestrating gekregen, inclusief een zachthouten vulling tussen de tramrails. De karren met ijzeren hoepels om de wielen hebben tot die tijd vrij spel gehad. Het is grondig aangepakt. De gehele straat kreeg een betonnen fundering. Daarop zijn de tramrails bevestigd. Voor het rijverkeer is er naast de rails een asfalt bedekking. 
 
Na het stoppen van de tram is de straat in 1950 enkele maanden afgesloten voor alle verkeer, behalve voetgangers. De tramrails werden verwijderd van de Voorstraat tot en met de Biltstraat. De Biltse Boulevard is daarna geasfalteerd. 
 
Maatregelen om het verkeer veiliger te maken moeten nog worden beproefd. Het kruispunt bij de Wittevrouwensingel heeft geen vluchtheuvels. Ook fietspaden zijn niet apart van de rijweg aangegeven of afgescheiden. Aan het eind van het jaar 1950 wordt gepleit voor stoplichten bij de Drift, het is dan pas gevaarlijk druk geworden. Op 15 mei 1955 is eenrichtingsverkeer ingevoerd. Een jaar later blijkt het niet veiliger, het aantal ongevallen in de straat is gestegen van 122 naar 139 per jaar!

Wittevrouwenbrug en Biltstraat ca 1910
Het beste nieuws over de Wittevrouwenstraat moet nog komen. Tussen 1930 en 1950 is de gemeente panden langs de Wittevrouwenstraat en de Voorstraat aan het opkopen. De wens is een verbreding van de straten naar het Centrum. Dat plan is in de de loop van de jaren vijftig getorpedeerd, het beste nieuws. De panden zijn weer verkocht, maar met erfpacht van de gemeente.

Ook Koning Willem I heeft de Wittevrouwenstraat bezocht. Meermalen zelfs, zoals in 1829 voor de opening van de Willemskazerne. Rond die tijd zijn de volgende zaken aan de straat te vinden. Op de hoek met de Plompetorengracht zit bakkerij Hendriksen. Artsenijmenger Klinkenberg is te vinden op Wittevrouwenstraat 12-14. Meubelen zijn te koop bij draaier Van Heukelom op Wittevrouwenstraat 28. Kleren worden op maat besteld bij kleermaker Van Helden een pand verderop. Daarnaast zit kruidenier Van Ingen op Wittevrouwenstraat 32, hij heeft een etalage. Op de hoek met de Kloostersteeg zit zijn broer, artsenijmenger Van Ingen. In de Kloostersteeg is de grutterij van weduwe Korsten te vinden. Zadelmaker Rijk Brouwer heeft zijn zaak op de andere hoek en heeft in de Kloostersteeg een stalhouderij. Vervolgens zit een tweede bakker aan deze zijde van de straat, koekbakker Siddre. De tapperij annex slijterij van Van de Vooren staat naast de commiezenpost. 
 
In 1894 wordt na proeven met de eerste gasverlichting in straatlantaarns de straat van enkele van deze lichtbronnen bij nacht voorzien. Of het nu overdag of in de avond was, veel van de winkels zal Koning Willem niet herkend hebben. Pas na ongeveer 1870 worden etalages populair. De winkeltijden zijn wel onbeperkt, de familie is altijd thuis. Het duurt nog lang voordat winkels tot 10 uur 's avonds en zes dagen per week open mogen zijn.
 
Het zijn andere tijden. Een nieuwe indeling van de Wittevrouwenstraat kwam er in 2001, met een gescheiden fietspad voor twee richtingen fietsverkeer. Ook dat is verleden tijd. Met plannen uit 2018 is in 2020 de straat een fietsstraat geworden met de auto te gast. De voor de tram in de plaats gekomen busdienst stopt in deze straat. Een enkele rode rijbaan voorziet in tweerichtingen fietsverkeer en alleen autoverkeer de stad in. Op de brede troittoirs mag op enkele plaatsen 'te gast' geparkeerd worden. Voor het parkeren van fietsen wordt voor het eerst meer ruimte voorzien.

.