Wonen in de stad is voor de aanzienlijken een tijdelijke bezigheid. Slechts in de winterperiode is de stank er te harden. Maar de stad biedt bescherming en alles is dichtbij.
Bij voorkeur wordt er gewoond op de buitenplaats. In de winter is het daar helaas vaak te guur en niet warm te krijgen. De stad vervult een noodzakelijke functie, niet voor het knussere wonen, maar voor het ontmoeten. De besluiten worden in de stad genomen en in de grootste stad de meesten.
Het openbaar bestuur kent drie niveaus. De stad wordt bestuurd door de vroedschap, de Provincie door de Staten en het land door de Staten-Generaal. Dat lijkt overzichtelijk. Lid worden van één van de colleges is lastiger. Het is alleen weggelegd voor leden van drie groepen. Een groep wordt gevormd door de geëligeerden (kerkelijke bestuurders), een groep door de Ridderschap en een groep door de stedelingen.
De
functies in het bestuur worden binnen een
kleine elite verdeeld. Het is een wereld van ons kent ons en elkaar te
vriend houden. Tot voor kort was een functie in het openbaar bestuur gewild, het gaf toegang tot het
bestuurlijk netwerk. Daar is de kans groter om een vriendendienst te
verlenen of te ontvangen.
Democratische controle was lang afwezig. Benoemingen in het openbaar bestuur vinden plaats op basis van onderling vertrouwen,
afkomst en geboorterecht. Het netwerk is beperkt. Niet alleen afkomst is bepalend, ook of je 'past' binnen dat netwerk van vertrouwelingen. Het
veroorzaakt een stapeling van functies of baantjes. Dat is wat er gebeurt in de achttiende eeuw, dezelfde personen zijn lid van de
vroedschap, afgevaardigde in de Staten, kanunnik bij een kapittel en afkomstig uit een adellijke familie of het patriciaat (de rode en blauwe boekjes).
Ridderhofstad Schalkwijk van de familie Ram |
Er is ook nog het patriciaat, dat zijn de families die door hun reputatie en gezag al heel lang plekken in het openbaar bestuur bezetten. De families uit het patriciaat bezetten geleidelijk aan steeds meer posities. Het aantal leden van de adel nam namelijk af. Nederland was een republiek en er kon niet geridderd worden.
De kerkelijk bestuurders zijn aan kapittels verbonden. De bestuursfunctie wordt
kanunnik genoemd. Kapittels zijn na de reformatie van 1581 de beheerorganisaties van het
onroerend goed en overige kerkelijke goederen. Het besturen van de kerkelijke eigendommen wordt tot de publieke functies gerekend.
Immuniteiten, kaart 1565 Jacob van Deventer |
Uit de kapittels wordt de afvaardiging van de
geëligeerden gekozen! Van deze mannen mogen er acht gekozen worden tot lid in de Staten van Utrecht. Dat kiezen gebeurt overigens met een sterke invloed van de Stadhouder.
Staten van Utrecht, entree op het Janskerkhof |
In de Staten zitten tot slot leden uit de steden. Op het stedelijk pluche zitten burgers die voldoende belasting betalen. De steden, naast Utrecht ook Amersfoort, Wijk bij Duurstede, Montfoort en Rhenen, vaardigen meestal hun burgemeester af en soms een lid van de vroedschap. Daarmee zijn de belangrijkste functies in het bestuur wel genoemd, burgemeester, lid van de vroedschap, kanunnik en lid van de Staten.
In het Ridderschapkwartier wonen voor het jaar 1700 al diverse bestuurders, zoals Hendrik Valckenaer, ridder en burgemeester, Johan van Weede, lid van de Staten, beiden opeenvolgend op Plompetorengracht 5-7, Justus Krieckx in het kapittel van St. Marie op Plompetorengracht 11 en Paulus Heurnius, in de vroedschap en schepenen op Plompetorengracht 19. Op Wittevrouwenstraat 10 is Simon Logier schout van Achttienhoven en Soest en heeft een zetel in het kapittel van St. Jan. In de periode van 1700 tot 1800 zijn het bijvoorbeeld Eduard Ram van Schalkwijk, heer van Weerdesteyn in de Ridderschap en later Jan Jacob van Westrenen, kanunnik en beide wonend op Plompetorengracht 5-7; Anthony de Leeuw zit in de vroedschap en woont op Plompetorengracht 11.
Functies kunnen ook aaneen geregen worden, zoals bijvoorbeeld Frederik Borre van Amerongen, heer van Kersbergen en Bergestein. Hij is deken van het kapittel van St. Pieter, Lid van de Staten van Utrecht, Landcommandeur van de Duitse Orde, Balije van Utrecht, lid van het College van Geëligeerden in de Staten van Utrecht en een periode waarnemend president van de Staten. En niet onbelangrijk: aangesteld om uit de bezittingen van het Wittevrouwenklooster de aanleg van de Ridderschapstraat mogelijk te maken. Hij woont (in de winter) in de stad en bouwt een koetshuis met stallen op Ridderschapstraat 8 en de laatste nazaat van de familie woont op Wittevrouwenstraat 10.
Bovenstaande man verzamelde eveneens een hele reeks met zijn vermogen, bekwaamheid en krijgskunsten: Godard van Reede (1644-1703), eerste Graaf van Athlone, Baron van Rheede en Agrim, vrijheer van Amerongen, heer van Ginkel, Lievendael, Elst, Middachten, Herveld, Rouenburg en Nienburg. Hij is lid van het Ridderschap, de Duitsche orde en lid van de Staten van Utrecht. Hij vervult militaire functies in steeds hogere rangen: ritmeester, majoor-wachtmeester, generaal, kolonel, opperbevelhebber, generaal der cavalerie, voorzitter van de krijgsraad. Hij wordt ook lid van het Hogerhuis in Engeland, Ridder in de Orde van de Olifant (Denemarken), lid van de Broederschap van Sint Joris te Den Haag, Heemraad (Dijkgraaf) van de Lekdijk Bovendams en dan zijn er vast wel functies vergeten.
In het Ridderschapkwartier wonen voor het jaar 1700 al diverse bestuurders, zoals Hendrik Valckenaer, ridder en burgemeester, Johan van Weede, lid van de Staten, beiden opeenvolgend op Plompetorengracht 5-7, Justus Krieckx in het kapittel van St. Marie op Plompetorengracht 11 en Paulus Heurnius, in de vroedschap en schepenen op Plompetorengracht 19. Op Wittevrouwenstraat 10 is Simon Logier schout van Achttienhoven en Soest en heeft een zetel in het kapittel van St. Jan. In de periode van 1700 tot 1800 zijn het bijvoorbeeld Eduard Ram van Schalkwijk, heer van Weerdesteyn in de Ridderschap en later Jan Jacob van Westrenen, kanunnik en beide wonend op Plompetorengracht 5-7; Anthony de Leeuw zit in de vroedschap en woont op Plompetorengracht 11.
Frederik Borre van Amerongen (1638-1722) |
Godard van Reede van Amerongen (1644-1703) |
Indrukwekkend is het wel maar hij is waarschijnlijk de man die ook zelfs op zondagen het vlees laat snijden. Zijn opvolgende Graaf van Athlone verwerft in het Ridderschapkwartier de voormalige "Abdij van Wittevrouwen".
De bijzonder functie van kanunnik wordt ook in een ander stukje uitgelegd.
.
De bijzonder functie van kanunnik wordt ook in een ander stukje uitgelegd.
.