Fietsenfabriek Favoriet wordt autofabriek

Fietsen wordt pas na 1890 populair. Fietsenfabriek Favoriet heeft daar een aandeel in, maar niet voor lang.


Op Wittevrouwenstraat 5 begint Anton Immink in 1899 een rijwielen magazijn voor verkoop en reparatie. Immink is een soort Willie Wortel en breidt zijn zaak uit met een metaalklopperij. Hij gaat de fietsen zelf maken. De fiets, even wat voorgeschiedenis.
 
In 1813 wordt een op een fiets lijkend voertuig uitgevonden in Duitsland: de loopfiets. In 1855 is er het eerste exemplaar met trappers, gemaakt door Bingham in Engeland, de eerste vélocipède. Die fietsen zijn alleen weggelegd voor stevige knapen die een zweetdruppeltje niet erg vinden. Zij zijn een gevaar op de weg: remmen gaat niet al te gemakkelijk. Er zijn dagelijks kleine ongevallen te melden.
Aanplakbiljet bezoek José Ariso te Utrecht
De overgang naar de fiets zoals wij die kennen heeft een ketting met tandwielen en trapas nodig. Fietsfabriek Fongers in Groningen gaat ze al vlot na 1870 maken. Comfortabel is het bepaald niet: elk hobbeltje voel je en de moderne keiwegen hebben er veel.
Het comfort neemt toe als de Ierse veearts Dunlop in 1888 de luchtband van rubber uitvindt. Vervolgens beleeft de fiets een doorbraak met landelijke en lokale fietsfabrieken, fietsscholen en demonstraties.

Jongeman met door smid gemaakte fiets
Met fietsscholen wordt het makkelijker gemaakt om het evenwicht onder de knie te krijgen. Maar fietsen is aanvankelijk alleen weggelegd voor de gegoede burgerij, zij kunnen zich de aanschaf veroorloven.
 
 
Terug naar de smederij van Immink op Wittevrouwenstraat 5. Hij gaat steeds meer onderdelen voor fietsen zelf maken en breidt de werkzaamheden na 1902 uit naar auto's. De geluiden van de smid worden de buren, de Militaire Rechtbank, te veel. Door succesvol protest verplaatst Immink in 1904 de smederij naar de hoek Wittevrouwenstraat -Ridderschapstraat.
Favoriet Fietsfabriek in 1906
Het kantoorpand met bovenhuis met bijbehorend koetshuis wordt omgebouwd naar een werkplaats met smederij. Immink gaat boven zijn fietsfabriek met de naam Favoriet  wonen. De nieuwe locatie geeft ruimte voor uitbreiding van de activiteiten. In de fabriek worden onderdelen voor fietsen en auto's gemaakt, inclusief het vernikkelen en verchromen ervan. In de smederij en werkplaats worden gaandeweg koetswerken en carrosserieën voor auto’s gemaakt. 
 
Tussen 1908 en 1912 worden beide panden Ridderschapstraat 1 en 3 vernieuwd. Oude panden moeten wijken voor moderne panden. Het hoekpand krijgt ruimte voor een kleine showroom voor fietsen en de zelf gemaakte onderdelen. Er is verdieping met een extra werkplaats met magazijnen en verdieping voor een bovenwoning. Immink verkoopt naast voertuigen van het eigen merk Chaumont ook het merk Overland.
Overland uit 1917 Model 90 Touring
Van het Amerikaanse merk Overland wordt het model 90 Touring uit 1917 in twee types aangeboden: de 5-persoons met 4 cilinder motor voor f 5.550 en het 7-persoons type met 6 cilinder motor voor f 5.850. Voor dat geld kan ook een groot huis gekocht worden! De Overland is een grote concurrent van en vergelijkbaar met de T-Ford.

Immink doet in 1917 zijn bedrijf over aan Nico de Bordes. Bordes handelt onder de officiële naam N.V. Utrechtse Auto-Garage v.h. Anton G. Immink, afgekort
“Garage voorheen Anton G. Immink” en met zijn Hollandse Import en Export Maatschappij “Gestor". In het bovenhuis woont het gezin van J.H. Henneveld, chef garage.

De overgang van fietsen naar automobielen herhaald zich. Op Wittevrouwenstraat 26 is er eerst een fietsenzaak van
de familie Ton. De overgang naar auto’s wordt in Immink's pand gemaakt. Er is nog een fabrikant van fietsonderdelen in de buurt, Hopmi in de Wolvenstraat.

.