In 1917 komt er kiesrecht voor alle oudere mannen, twee jaar later mogen de vrouwen ook. Dat algemeen
kiesrecht komt er niet maar zo. Al ruim voor 1919 verenigen de stemlozen zich in vakorganisaties
en vrouwenverenigingen. Dat is in de eerste jaren niet gemakkelijk. Een voorbeeld uit de negentiende eeuw maakt dat duidelijk.
In de Ridderschapstraat staat een koffiehuis.
Eigenaar is de veearts J. Hendrik Hoogland.
Hij heeft het koffiehuis in 1890 gekocht. In 1892 geeft een laatste
pachter, een zekere heer Godefroy, gelegenheid voor bijeenkomsten van arbeiders. De horecagelegenheid komt daardoor in 1893 in het landelijke nieuws met een bijeenkomst van de socialisten.
Tekening Ridderschapstraat 29 tot 1894 |
Het Utrechtsch Nieuwsblad in januari 1893: ‘enige opruiers, uit voornamelijk Amsterdam, gebruiken het adres om de armoede in de lagere standen en de daar uit ontstane oproering met zekere gisting te gebruiken om het voor ieder weldenkend mens verafschuwde doel te bereiken’.
Wat is er gebeurt? In februari 1893 is het lokaal gehuurd door de Amsterdamse Socialistisch Democratische Vrouwen Vereniging ‘Door Vereniging Verbetering’. Het doel is het oprichten van een afdeling Utrecht. Het lokaal is zeer klein met een podium achter in de zaal van 2 meter in het vierkant. Stoelen waren er niet, behalve een enkele tegen de zijwand. Ongeveer 30 aanwezigen waren er.
Oranje Ka, J.J. (1832-1911) HUA835539 |
Vervolgens ontstaat er rumoer, bij een kleinere groep rond juffrouw Blommers en een grotere groep bij het toneel. Blommers neemt het woord. Zij vindt het allemaal maar onzin, ze heeft twee mannen gehad en zou zo wel weer een derde willen. Gehoorzaamheid aan het Koningshuis is haar motto, ze bekrachtigt het alleen met woorden die weinig ‘Koninklijk’ zijn.
Voorzitter Kok brengt rust, maant een ieder daartoe en wijst erop dat een ieder die lasterlijke uitlatingen doet uit de zaal wordt verwijderd. De groep rond juffrouw Blommers vertrekt, met een protesttocht door de buurt onder het uitroepen van onvriendelijke leuzen tegen de praktijken in de Ridderschapstraat. Bij terugkeer naar de straat worden ze tegengehouden door de politie.
Mw. Blommers heeft in Utrecht een reputatie. Zij staat bekend als Oranje-Ka uit Wijk C. Waar zij gaat, volgt het rumoer. De pers volgt graag. De gebeurtenis in de Ridderschapstraat haalt met geur en kleur de diverse
landelijke couranten. Over het algemeen steekt de gezagsgetrouwe pers een duidelijk sympathie voor
Oranje-Ka (Blommers dus) niet onder stoelen of banken.
Weinig achtergrond informatie wordt gegeven over de vraag waarom de bijeenkomst van vrouwen
zo fel bestreden wordt door Oranje Ka. Waarom hangt deze volksvrouw zo aan de Orangisten?
Ook daar heeft onze buurt een rol in
gespeeld. In 1882 is de Sociaaldemocratische Bond opgericht, de eerste
politieke partij voor de werkende man. De partij streeft naar het
algemeen kiesrecht. Leider is de oud-predikant Ferdinand Domela
Nieuwenhuis.
De Rechtbank veroordeeld hem tot gevangenisstraf! Domela
Nieuwenhuis wordt één van de beroemdste buurtbewoners. Zeven maanden
lang zit hij gevangen in Wolvenplein, dan krijgt hij gratie. Zes jaar later in 1893 is Oranje Ka het nog geheel eens met het oordeel van de Rechtbank.
Maar dit zal niet de reden zijn dat Oranje Ka haar logement in de Oranjestraat in wijk C de naam Het Oranjehuis heeft gegeven. Wat is wel de reden? De bewoners van Wijk C hebben geen enkel vertrouwen in bestuur, politiek of politici. Zij hebben daar nog nooit voordeel van gehad. Als de nood aan de man of vrouw is, is er maar één weg te gaan. De Koninklijke weg van een beroep op de Koning. Hij geeft tenslotte wel eens gratie. Dit geloof is diep verankerd bij de over het algemeen arme bevolking van de volkswijk. Het wordt overigens vanaf de preekstoel elke zondag nog extra ingepeperd.
Daar kunnen socialisten niet tegenop. En het maakt niet uit dat de conservatieve politici daar de meeste wol mee spinnen.
En er is meer waar de socialisten niet tegenop kunnen. Op 25 februari 1893 staat, met ongetwijfeld een zeker genoegen, in het
Rotterdamsch Nieuwsblad: “te Utrecht zal de afdeling van de
sociaaldemocratische bond weldra zonder vergaderlokaal zijn. Het
koffiehuis in de Ridderschapstraat, waaraan het lokaal verbonden is en
waarin men tot heden vergaderde, zal door de eigenaar worden verkocht en
het is zeer onwaarschijnlijk, dat een nieuwe eigenaar de bestemming van
de zaal zal bestendigen, aangezien de zaak thans allesbehalve
winstgevend is. Dit is de tweede koffiehuishouder die leergeld betaalt”.
En zo houdt de arbeider haar positie |
Het bericht is niet helemaal waar. Al twee maanden daarvoor staat een advertentie in het Nieuws van den
Dag: door ziekte der vrouw, ter overname aangeboden het Volks- Bier- en
Koffiehuis met Vergunning, ruime zaal, groten tuin, voor uitbreiding
vatbaar, voor billijken prijs. Ridderschapstraat no. 29, te Utrecht.
Maar het krantenartikel van 25 februari daarna heeft ook een waarheid. De vrouw van veearts Hoogland is niet ziek. Hoogland moet het pand
kwijt, het adres is besmet. Klandizie laat zich niet zien. Tegen een lage prijs komt Ridderschapstraat 29 in 1893 in handen van een nieuwe eigenaar.
Dat wordt geen verbetering voor de buurt. Twee jaar later in 1895 is het pand gekocht door een rijke buurtgenoot en hij bouwt het pand om. Ridderschapstraat 29 is als woonhuis in 1912 gesloopt en vervangen door de nieuwbouw van Ridderschapstraat 29, 31 en 33.
Pas
in 1919 is er algemeen kiesrecht voor vrouwen en mannen. Linkse
partijen worden nog tot 1938 buiten de regering gehouden. Christelijke
partijen delen tot die tijd met de liberalen de lakens uit.
.
.